Ondanks enkele zwaarbevochten winsten houdt de vertegenwoordiging van vrouwen in de economie of de politiek geen gelijke tred. Vrouwen blijven duidelijk opboksen tegen barrières die een gelijkwaardige participatie en positie belemmeren.
Slechts een derde (33%) van de Europese topfuncties bij bedrijven wordt uitgeoefend door vrouwen. Dat cijfer is de voorbije jaren amper gegroeid, op tien jaar tijd is er wel een vooruitgang op te tekenen. In 2013 was slechts 25% van de Europese topfuncties in handen van vrouwen. De trendmatige stijging van een vrouwelijke vertegenwoordiging lijkt evenwel tegen het plafond te botsen. Die cijfers komen uit een wereldwijde enquête door de bedrijfsadviseur Grant Thornton bij 10.000 middelgrote bedrijven.
De cijfers uit Europa volgen overigens de wereldwijde trend, waar het percentage topfuncties bezet door vrouwen ook al enkele jaren stagneert op 32%. De data van Grand Thornton sluiten ook aan bij het Women in the Workplace-rapport van McKinsey. Het inmiddels negende Women in the Workplace-rapport is de grootste studie van vrouwen in het bedrijfsleven in Amerika en Canada, met deelname van 276 organisaties met meer dan tien miljoen mensen. Naast de analyse van de feitelijke data werden meer dan 27.000 werknemers en 270 senior HR-leiders ondervraagd. In de afgelopen negen jaar zijn vrouwen – en vooral vrouwen van kleur – ondervertegenwoordigd gebleven in de managementfuncties. Sinds 2015 is het aantal vrouwen in de C-suite (executive-level managers) gestegen van 17 naar 28%. Nog iets slechter dan de Europese cijfers dus.
Wereldwijd heeft amper 19% van de bevraagde bedrijven een vrouwelijke CEO, waar dat vorig jaar nog 28% was.
Flexibiliteit
Grand Thornton bekeek ook de functietitel van de vrouwen. Daaruit blijkt dat de vrouwelijke aanwezigheid het sterkst blijft in operationele managementfuncties, zoals HR-director (46%), Chief Financial Officer (39%) of Chief Marketing Officer (28%). Wereldwijd heeft amper 19% van de bevraagde bedrijven een vrouwelijke CEO, waar dat vorig jaar nog 28% was. Uit de onderzoeken van Grant Thornton en McKinsey is gebleken dat bedrijven met flexibele of hybride werkmodellen het hoogste niveau van vrouwen in hogere leidinggevende functies hebben. In elke fase van de pijplijn zijn vrouwen net zo toegewijd aan hun carrière en net zo geïnteresseerd in promotie als mannen. Ongeveer 80% van de vrouwen wil naar het volgende niveau worden gepromoveerd, stelt McKinsey. Flexibiliteit stelt vrouwen in staat hun ambities na te streven: over het algemeen zegt een op de vijf vrouwen dat flexibiliteit hen helpt in hun werk. Een groot aantal vrouwen die hybride of op afstand werken, wijst erop dat ze zich minder vermoeid en opgebrand voelen als een primair voordeel. En een meerderheid van de vrouwen meldt meer gefocuste tijd te hebben om hun werk gedaan te krijgen als ze op afstand werken.
Maar het effect van de covidcrisis lijkt wat dat betreft wat uitgewerkt, merkt Grand Thornton op. Meer nog, wereldwijd is er een omgekeerde beweging aan de gang. 47% van de bedrijven grijpt terug naar een office-based werkmodel (11% meer dan bij de vorige editie). Hybride (met een vastgelegde verhouding tussen kantoor- en thuiswerk) en flexibel werk (waarbij de werknemer zelf die mix kiest) verliezen dan weer evenredig terrein.
Deze bedrijven zijn daardoor over het algemeen minder aantrekkelijke werkplekken voor vrouwen, waardoor ook de doorstroming naar hogere profielen ontbreekt. Bedrijven onder leiding van een vrouwelijke CEO zijn vaker geneigd een hybride model te adopteren (50%) dan bedrijven onder leiding van een mannelijke baas (40%). Leslie Van den Branden, Managing Partner bij Grant Thornton Belgium, maakt de balans op: “Op 20 jaar tijd is er heel wat veranderd op vlak van genderinclusiviteit en diversiteit. Maar het is duidelijk dat we nu nog meer vastberadenheid moeten tonen en de voordelen ervan extra in de verf zetten. Diversiteit in de brede zin is in alle opzichten gunstig voor bedrijven. Het moedigt verschillende manieren van denken aan, resulteert in betere resultaten en beslissingen en creëert nieuwe groeikansen.”
De toegenomen aanwezigheid van vrouwen in politieke functies is daarom nog geen synoniem met gendergelijkheid.
Politiek
Ook in de politiek blijven vrouwen duidelijk opboksen tegen barrières die een gelijkwaardige participatie en positie belemmeren, blijkt uit een analyse van postdoctoraal onderzoeker Robin Devroe, verbonden aan zowel de UGent als de VUB. Sinds de jaren 1990 is de numerieke aanwezigheid van vrouwen in onze Belgische (en Vlaamse) politiek, mede dankzij een reeks quotamaatregelen, gradueel toegenomen. Maar de toegenomen aanwezigheid van vrouwen in politieke functies is daarom nog geen synoniem met gendergelijkheid. Vrouwen zijn nog altijd in de minderheid in zowel de verscheidene parlementen en ook op lokaal niveau is slechts een derde van de gemeenteraadsleden van het vrouwelijk geslacht. Hogerop, denk aan vrouwelijke partijvoorzitters, ministerfuncties of schepenen en burgemeesters, is het nog erger gesteld met de vervrouwelijking.