In de steeds evoluerende wereld van pensioenplanning maken Tak-23 fondsen een opvallende opmars. Steeds meer werkgevers besluiten om hun groepsverzekeringen op te bouwen rond deze fondsen, die ten opzichte van de traditionele Tak-21 verzekeringen, een hoger potentieel rendement bieden. Een ontwikkeling die niet alleen voor de werkgever maar ook voor de werknemer van groot belang is, zo stelt Werner Keeris, managing director Health & Wealth Solutions bij Aon België.
Deze shift blijkt uit het grondige onderzoek door Aon, dat bedrijven adviseert bij het opzetten van hun pensioenplannen. Het onderzoek, waarin de extralegale pensioen- en overlijdensvoordelen van aanvullende pensioenplannen in België onder de loep werden genomen, betrof 285 bedrijven, goed voor ongeveer 300.000 werknemers. “Daarbij was er sinds de laatste studie van eind 2018 een verdubbeling van het aantal plannen dat werkt met Tak-23 fondsen. Momenteel maakt zes procent van de onderzochte pensioenplannen gebruik van dit soort producten”, verklaart Werner Keeris.
Het fenomeen is te verklaren door de jarenlange lage marktrente, die de gewaarborgde rendementen van Tak-21 verzekeringen relatief laag houdt. Werkgevers zijn volgens artikel 24 van de wet op aanvullende pensioenen verplicht om hun werknemers een minimum rendement (momenteel 1,75%) te bieden. “Ze dreigen dus te moeten bijleggen om dit rendement te kunnen bieden. Door de stijgende marktrentes zal de wettelijke minimumrente in 2025 hoger uitkomen. Wij weten nu al dat die zal stijgen naar minstens 2,25 procent”, stelt Werner Keeris vast.
Een verschil van 163 000 euro
Aon illustreert dit met een concreet voorbeeld, waarbij de prestaties van een mediaanplan voor kaderleden belegd in Tak 21 en Tak 23 werden vergeleken. Een kaderlid zou, indien begonnen op dertigjarige leeftijd, aan het einde van zijn loopbaan 28 keer zijn laatste salaris ontvangen met een Tak-21 plan, tegenover 39 keer met een tak-23 plan. Dit vertaalt zich in een significant verschil van 37 procent, of 163.000 euro, wat de financiële impact van de keuze voor financiering duidelijk maakt.
Aon benadrukt dat aanvullende pensioenplannen een krachtig instrument zijn in het aantrekken en behouden van talent. Vooral voor werknemers met tien tot vijftien jaar ervaring, werkt het aanvullend pensioen motiverend. Het aantal pensioenplannen dat zonder werknemersbijdrage wordt aangeboden, is ook gestegen, wat de juridische flexibiliteit voor werkgevers vergroot.
Tot slot wijst Keeris op het belang van communicatie. Heldere en transparante communicatie over de voordelen van pensioenplannen moet ervoor zorgen dat werknemers goed geïnformeerd zijn, alhoewel er vrees bestaat dat een overvloed aan informatie het tegenovergestelde effect kan hebben.
Terwijl Tak-23 fondsen hun opmars maken binnen de wereld van pensioenplanning, lijkt een balans tussen potentieel rendement en heldere communicatie de sleutel tot succes.
Dit artikel is geschreven in nauwe samenwerking met Aon Belgium.