Forbes ontmoette Sébastien Portes, de nieuwe CEO voor de Benelux van Club Med, in Vittel bij de feestelijke opening van Club Med Ermitage.
Je hebt onlangs Eric Georges opgevolgd als CEO Benelux van Club Med. Is dat een straf of een promotie voor een Fransman?
Ik ben inderdaad Frans, ben 44 en heb drie kinderen. Ik ben begonnen op het hoofdkantoor van Club Med in Parijs, daarna heb ik 7 jaar in Azië doorgebracht met onze aandeelhouder Fosun om daar de markt open te breken. Tijdens covid zat ik in Shanghai, en vanwege de grote afstand moest ik ontslag nemen – om later terug te keren naar Club Med in Parijs. Sinds juli 2023 heb ik de functie van Eric overgenomen, die met pensioen is gegaan. Hij beheerde de Benelux en Duitsland, ik heb Zwitserland erbij gekregen. Maar wees gerust: voor mij en mijn gezin is Brussel verre van een straf. Van de landen waar ik verantwoordelijk voor ben, is België de belangrijkste markt, ook al hebben we kantoren in Amsterdam en Frankfurt.
Hoe belangrijk is die markt binnen de groep?
Ongeveer honderd medewerkers en een omzet van 200 miljoen: op groepsniveau is dat niet niets.
Jullie verhuizen momenteel jullie kantoren naar het Stefaniaplein, op de verdieping boven jullie Brusselse verkooppunt. Uit vrije wil of gedwongen?
Het pand van Silversquare Cambre wordt gerenoveerd. We moesten dus snel een strategische locatie in de buurt vinden. Aan het Stefaniaplein waren drie verdiepingen vrijgekomen door de verhuis van een advocatenkantoor. Dat we dichter bij de verkoopteams kunnen werken, is ideaal. En het is een terugkeer naar onze roots, want we zaten hier 15 jaar geleden ook al.
Wat zijn de sterke punten van jullie verkoopstrategie in de komende jaren?
Allereerst petje af voor mijn voorganger: Eric heeft uitstekend werk verricht voor de Benelux. Ik ga zeker niet alles veranderen wat hij heeft ingevoerd. Maar er is genoeg werk. We willen ons in de eerste plaats richten op onze traditionele Waalse en Brusselse klanten, bij wie we een aanzienlijke mate van maturiteit hebben bereikt. We dachten zelfs dat het onze meest volwassen markt ter wereld was, maar uit recent marktonderzoek blijkt dat er nog altijd groeimogelijkheden zijn. Veel Franstalige Belgen hebben nog altijd een volledig achterhaald beeld van Club Med en zijn zich nog niet bewust zijn van onze herpositionering naar een hoger marktsegment. Daarover zullen we moeten communiceren, te beginnen via de pers en influencers. We werken ook aan gedecentraliseerde Club Med-corners, in regio’s waar we nog niet voldoende aanwezig zijn om de boodschap over te brengen.
Voor je voorganger was Vlaanderen een prioriteit, want hij zag geen enkele reden waarom Club Med hier onpopulair zou moeten zijn. Zit je op dezelfde golflengte?
Natuurlijk! Ik zet het werk voort dat Eric is begonnen. We hebben drie winnende keuzes gemaakt. Ten eerste is onze Antwerpse vestiging omgevormd tot een ultraluxueus boetiekappartement, als commerciële showroom om onze klanten te ontvangen. We openen alsmaar meer Club Med-corners met partners. En we investeren meer in mediacampagnes op de Vlaamse markt, ruim boven ons huidige marktaandeel, dat 20% is, tegenover 80% voor het Franstalige deel. Resultaat: het Vlaamse marktaandeel neemt relatief sneller toe, wat een goed teken is.
Hoe zit het met jullie strategische – en noodzakelijke – verschuiving naar het hogere segment, die Henri Giscard d’Estaing twintig jaar geleden heeft opgestart?
De sluiting van onze laatste 3 overgebleven Tridents in de eerste helft van 2024 was de culminatie van twintig jaar opwaardering van onze hotelportefeuille die in 2004 begonnen is met Marrakech. Om ons te heroriënteren op ons nieuwe DNA hebben we wereldwijd onze historische portefeuille geanalyseerd en beslist wat wilden behouden, wat opnieuw gepositioneerd moest worden en wat afgestoten moest worden. Vittel is een uitstekend voorbeeld. We hebben drie van de vier gebouwen afgestoten die we vroeger in het kuuroord beheerden, als onderdeel van ons streven naar een hoger en duurzamer marktsegment met minder CO2-uitstoot. Wat betreft de markt die ik beheer: in het kader van een kleinere ecologische voetafdruk is het essentieel dat de spoorwegmaatschappijen hun directe aanbod naar toeristische bestemmingen hernieuwen. Met name voor de bestemming Vittel, die toch dichtbij is, en voor de Alpen.