Sfeer bij Proximus! Het minste wat je kunt zeggen, is dat de relatie tussen de Belgische staat en de telecomoperator niet vlekkeloos verloopt. Deze haat-liefdeverhouding kwam opnieuw tot uiting tijdens de recente algemene aandeelhoudersvergadering van de halfopenbare onderneming. De Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM), de financiële arm van de staat, heeft zich daar onthouden van stemmen over het beloningsbeleid van de onderneming, omdat sommige “vroegere” maatregelen een grondiger evaluatie verdienden.
Al enkele maanden is het bekend dat de MR en de N-VA niet tevreden zijn over de aandelenkoers van Proximus, die in februari 2015 een recordhoogte bereikte van 35,6 euro en nu, tien jaar later, rond de 7 euro doemt. Onder leiding van de huidige CEO Guillaume Boutin, die eind 2019 begon en medio mei naar de Britse operator Vodafone vertrekt, is de waarde van het aandeel ongeveer 80% gedaald.
De MR en de N-VA willen verandering
De twee partijen, leden van de Arizona-coalitie, hebben de afgelopen maanden, nog voor de vorming van een nieuwe federale regering, hun wens voor verandering in de leiding van de operator en in zijn strategie niet onder stoelen of banken gestoken.
“Wat we de afgelopen maanden hebben meegemaakt, was moeilijk en, wat mij betreft, mag het zich niet herhalen,” antwoordde Stefaan De Clerck, de voorzitter van de raad van bestuur van Proximus, bij de opening van de AV. Hij riep op om “zoveel mogelijk openbare opmerkingen te vermijden”, vooral in de context van een beursgenoteerd bedrijf, waarbij hij de “
fantastische prestaties” van de operator niet onvermeld liet.
Hoewel ze Stefaan De Clerck niet uit de voorzittersstoel kregen, hebben de MR en de N-VA niet gemist om hun pionnen binnen de raad van bestuur te plaatsen. De nationalistische partij heeft de Antwerpse schepen
Koen Kennis benoemd, terwijl de Franstalige liberalen de nominatie van de Fransman
Franck-Philippe Georgin hebben voorgesteld, “met een rijke achtergrond binnen de hoge ambtenarij en de privésector.” Deze veertiger werkt voor de Groupe Barrière, actief in luxe hotels en casino’s.
“Franck-Philippe kent de kneepjes van de publieke en private sector en heeft ervaring met het beheer van grote groepen. Dit zullen onmiskenbare troeven zijn voor Proximus, dat voor tal van uitdagingen staat,” had Georges-Louis Bouchez, de voorzitter van de MR, gecommentarieerd tijdens zijn benoeming, profiterend van de gelegenheid om opnieuw een klap aan het bedrijf uit te delen. “De staat kan zich inderdaad niet neerleggen bij en accepteren zonder in te grijpen een dergelijke waardevermindering van de aandelenkoers en prijzen voor de consument die te hoog blijven, evenals een strategie die niet duidelijk is voor investeerders. De rol van Franck-Philippe zal zijn om meer helderheid in de koers te brengen.”
Dit profiel zonder enige kennis van de specificiteiten van de Belgische zakenwereld of de telecomsector lijkt vragen op te roepen en heeft weinig overtuigd… Tijdens de AV stemde alleen de staat, als meerderheidsaandeelhouder van Proximus (53,5% van de aandelen), voor de benoeming van deze twee nieuwe bestuurders, terwijl de andere aandeelhouders eerder tegen stemden of zich onthielden.
De FPIM tegen het beloningsbeleid
De meningsverschillen werden ook gevoeld bij het goedkeuren van het beloningsverslag en het beloningsbeleid van de operator. De FPIM, die afgelopen mei de participaties van de Belgische staat in Proximus heeft gecentraliseerd, nam voor het eerst deel aan een AV van Proximus. En ze viel op door zich te onthouden van stemmen over de twee eerder genoemde punten.
‘De FPIM erkent dat een duidelijke en concurrerende beloningsstructuur nodig is om talent aan te trekken en te behouden, vooral in een complexe en constant evoluerende sector,” legde ze uit. “Tegelijkertijd vinden wij dat de beloning van de leden van de raad van bestuur evenals die van de CEO proportioneel moet blijven en in lijn dient te zijn met de maatschappelijke context waarin de onderneming opereert, vooral vanwege het publieke karakter van haar aandeelhouderschap.”
Voor het staatsfonds “wordt een gestructureerd en gedetailleerder benchmarkonderzoek, met vergelijkbare bedrijven qua grootte, sector en aandeelhoudersstructuur, onmisbaar voor een geloofwaardig en verdedigbaar beloningsbeleid.” “Bepaalde beloningsbeleidsmaatregelen uit het verleden zouden een grondiger evaluatie hebben verdiend,” stelde het nog, waarbij het duidelijk maakt dat het niet gaat om een stem tegen eerdere beslissingen, maar wel om een signaal voor een evolutie naar meer transparantie, vergelijkbaarheid en strengere controle.
Zelfs de minister van Overheidsbedrijven,
Vanessa Matz (Les Engagés), kwam met een persbericht om de “wending” te onderstrepen in de manier waarop de staat zijn participaties beheert en zijn wens om een versterkte dialoog aan te gaan over het beloningsbeleid.
Bij Proximus heeft men met spijt kennis genomen van deze beslissing van de FPIM, waarbij voorzitter De Clerck verzekerde dat er regelmatig benchmarks worden uitgevoerd. Hij is echter verheugd over de dialoog die zal worden geopend met de belangrijkste aandeelhouder van het bedrijf en de gemeenschappelijke strategie die kan worden ontwikkeld.
De volgende AV, of deze nu gewoon of buitengewoon is, belooft interessant te worden…