Impactfinanciering heeft de expliciete bedoeling om niet alleen een financieel rendement, maar ook een positieve maatschappelijke impact te genereren.
De eerste impactfondsen in ons land mikten vooral op family offices en rijke individuen als investeerders. Ze verenigden zich in Impact Finance Belgium (IFB) in 2023, met de expliciete bedoeling om ook veel grotere vermogens aan te spreken. Daarbij keken ze specifiek naar de banken, verzekeringen en pensioenfondsen.
Twee procent van belegd vermogen
IFB had bij zijn oprichting in 2023 meteen een studie uitgevoerd naar de stand van zaken en de toekomstperspectieven. De onderzoekers gingen toen uit van een totaal aan assets under management in België van 620 tot 800 miljard euro. Daarvan zouden in 2022, 1 tot 2,5 procent impactinvesteringen zijn, goed voor zes tot zestien miljard euro. Heel bescheiden en ook minder dan in de buurlanden. Uit de studie bleek onder andere dat in België een mismatch heerst tussen bedrijven die geld zoeken voor impactprojecten en de financiers die daarin willen investeren. “Onze taak is om de partijen bij elkaar te brengen”, zei Steven Serneels, privé-investeerder en voorzitter van Impact Finance Belgium.
IFB is nu bijna twee jaar actief en het ziet vooruitgang op meerdere vlakken. Méér en grotere fondsen worden opgericht door de pure impact investeerders. De investeringsmaatschappijen van de overheid zijn intussen bereid een voortrekkersrol te spelen. Denk aan SFPIM, Finance & Invest. Brussels, PMV en Wallonie Entreprendre. Daarnaast overwinnen banken en verzekeringsmaatschappijen hun koudwatervrees en gaan zelf investeren in impactprojecten. Ethias bijvoorbeeld zet intussen voor de volgende drie jaar een bedrag van 50 miljoen euro opzij voor impactinvesteringen. Dat blijft wel een beperkte inzet op een totale balans van 19 miljard euro.
“Van bij de start van IFB hebben we het initiatief ondersteund als sponsor met de bedoeling om snel kennis te verwerven over deze vorm van investeringen”, zegt Joris Laenen, Chief Investment & Life Officer van Ethias. “Dat past ook bij ons profiel: voor onze investeringen laten we ons al sinds 2004 leiden door de ESG-principes. Ik beschouw impact financing als een onderdeel van die ESG-aanpak. Ethias investeert in projecten met duidelijke maatschappelijke doelstellingen. Denk daarbij aan de pijpleidingen voor CO2-captatie, duurzame sociale woningen, koelboxen voor vaccintransport, enzovoort. De specifieke aandacht gaat naar Belgische projecten, vaak betrokken in de strijd tegen jeugdarmoede.”
ESG werd intussen heel populair, en soms controversieel, maar er blijft vooral onduidelijkheid over de precieze inhoud. Denk maar aan de verwarring rond lichtgroene en donkergroene fondsen. Impact investing is echter wel goed gedefinieerd door het Global Impact Investing Network (GIIN). Het komt erop neer dat de investering als doel moet hebben om een positieve impact teweeg te brengen. Die impact moet gemeten en opgevolgd worden.
Rendement
Voor Joris Laenen moet impact financing een evenwicht vinden tussen het financieel en het maatschappelijk rendement. In het geval van Ethias wil dat ook zeggen dat het financieel rendement vaak lager is dan bij andere investeringen. “Daarbij moeten we als verzekeringsmaatschappij wel altijd voldoen aan de internationale regels van Solvency II. Die dwingen ons ertoe om telkens een minimumrendement na te streven zodat de kapitaalvereisten voor de investering kunnen worden gecompenseerd. Daarom moeten we vandaag bijvoorbeeld mikken op een rendement van minstens 2,5% op die investering. Tegelijk spelen ook de regels van de markt: als we meer rendement kunnen krijgen met een vergelijkbaar sociaal project, dan is dat aantrekkelijker.”
“Impactfondsen zijn ook op zoek naar een nieuwe unicorn”
Steven Serneels wijst erop dat de verschillende vormen van impact financing ook verschillende eigenschappen hebben met telkens andere verdienmodellen. “Er zijn fondsen die investeren in nieuwe vormen van gezondheidszorg, energiemanagement, of ander nieuwe zaken. Die zijn op dat vlak erg vergelijkbaar met klassieke fondsen en ze zijn net zo goed op zoek naar een nieuwe unicorn in hun thematiek. Het rendement ligt zeker niet altijd lager.”
Dat bevestigt ook Joris Laenen: “Als CIO volg ik die studies en analyses op. Zeker op de lange termijn zou impact financing zelfs beter presteren omdat de investering focust op reële noden in de maatschappij.”
België loopt achter
IFB voert intussen een studie uit samen met het internationale advocatenkantoor Freshfields naar de wettelijke hindernissen voor impactfinanciering. “Een belangrijke beperking voor de financiering van grote impactprojecten is dat initiatiefnemers het spaargeld van burgers niet mogen aanspreken. De FSMA legt strenge regels op met bijvoorbeeld hoge minimumbedragen en een grote liquiditeit”, zegt Steven Serneels.
De overheid kan ook veel meer doen. Ze hoeft niet zelf te investeren, maar door zich garant te stellen kan ze echt een hefboom zetten onder belangrijke investeringen. IFB lobbyt hiervoor bij de politieke partijen, maar ook bij de financiële regelgevers als NBB en FSMA, én bij de verenigingen van banken, verzekeringen en de pensioenfondsen.