Guy Verstraete, sinds 1989 CEO van Masureel, is een van de meest vooraanstaande verzamelaars van België. De bedrijfsleider staat als enige aan het roer van zijn collectie.
Een stamboom van vier eeuwen
De familie van Guy Verstraete is al sinds 1520 gevestigd in Hulste, niet ver van Kortrijk. In 1989 nam hij Masureel over. Hij herlanceerde het bedrijf, dat behang en wandtextiel van zeldzame verfijning ontwerpt, produceert en verdeelt voor duizenden klanten over de hele wereld. Intussen werkt Guy Verstraete ook aan zijn collectie. In de inkomhal staat een aambeeld van Claudio Parmiggiani, de Italiaanse meester van de arte povera. In het kantoor, met zijn lange erkers op gazonhoogte, liggen verschillende werken verspreid: Chéri Bibi van Max Ernst (“een van de weinigen die expressionisme met abstractie combineerde”), en de Belgische kunstenaar Christian Dotremont, lid van CoBrA. De titel van het werk (Du bleu qu’il en pleut) resoneert met de zin van Paul Claudel: “Het is geen kleur, maar de herinnering aan een kleur”.
Hij bewondert de tekeningen van de Belgische kunstenaar Englebert Van Anderlecht en Nicolas de Staël, van wie hij een tekening uit 1945 bezit, “het jaar dat hij abstract begon te schilderen”, maar in zijn ogen is het een andere Belg, Marcel Broodthaers, die “de breedste kijk heeft”.
Op zijn werktafel liggen notitieboekjes opgestapeld, Cansonpapier en perkament, schriftjes waarin hij zinnen en tekeningen krabbelt. Hij voelt zich meer thuis bij het Nederlandse protestantisme van een Mondriaan, die van figuratie op abstractie overging, dan bij het Vlaamse katholicisme, dat dol was op heiligenbeelden.
“80% van de interieurs lijken op elkaar.”
Van het reële naar de realiteit
In zekere zin leeft de ondernemer-verzamelaar in een dualiteit: “Voor mijn vak, design en handel, moet ik naar de markt luisteren. Particuliere klanten zijn doorgaans vrij conservatief: 80% van de interieurs lijken op elkaar. Onze klanten zijn trouwens steeds vaker designers en architecten. Kunst en verzamelen, daarentegen, is een verhaal vertellen. Bij het verzamelen ga ik een dialoog aan met de werken en de kunstenaars. En die dialoog inspireert me om diep na te denken. Ik observeer hoe de kunstenaar een bepaalde perfectie probeert te bereiken – kunnen we dat zelfs goddelijk noemen? De naam God is een menselijke uitvinding. De dialoog met het werk, met de kunstenaar, is ook een eenzame dialoog met jezelf. De ziel, dat is het onbekende. We hebben de notie tijd gecreëerd, maar het onbekende kent dat begrip niet. Eenzaamheid stelt ons in staat om dichter bij het onbekende te komen.”
Guy Verstraete citeert de Franse dichter Pierre Reverdy: “De dichter is een oven om de werkelijkheid te verbranden […in werkelijkheid]”. “Die zin is me sinds mijn tienerjaren altijd bijgebleven. In zekere zin is hij het thema van mijn leven: de werkelijkheid overstijgen om haar om te vormen tot realiteit. De werkelijkheid is wat we aanraken, de materiële wereld. Maar voor mij is de werkelijkheid ook van een meer spirituele aard: we voelen ze, maar we kunnen ze niet zien, we kunnen ze niet aanraken. Die wereld is oneindig. Het is een observatie die me sinds mijn tienerjaren heeft geleid. De ideeën blijven altijd dezelfde. De enige dimensie die verandert, is tijd. Naarmate de tijd verstrijkt, probeer ik mijn bewegingsvrijheid te behouden.”
De vrijheid vindt hij in zijn verzameling en in het huis dat hij er geduldig voor bouwt. Zijn verzameling omvat een duizendtal werken, opgeslagen op verschillende locaties.
Van huis naar museum …
Enkele tientallen werken hebben een thuis gevonden in het huis waar verschillende burgemeesters van Hulste hebben gewoond: de voorouders van Guy Verstraete. Hij is het aan het restaureren sinds 2021. Vandaag herbergen de twee verdiepingen van het huis enkele grote namen uit de 20ste en 21ste eeuw: Yayoi Kusama, Claudio Parmiggiani, Franz West, Kiki Smith, Tracey Emin, Robert Motherwell, Fernand Léger, Georg Baselitz, Sam Francis, Man Ray, Mona Hatoum en Henri Michaux. En Belgen met grote namen als James Ensor, Georges Vantongerloo, Victor Servranckx, Marthe Donas, Jules Wabbes en Jef Geys. “Eén van zijn Poppen is mijn meest recente aanwinst. Geschat op 15.000 euro, verkocht voor 120.000 euro bij Bonhams-Cornette de St-Cyr. Ik geloof erg in de kunstenaar Geys, die essentiële vragen stelt over de aard van kunst.” In het huis zullen ontmoetingen plaatsvinden tussen kunstenaars en de managers en partners van de toekomstige stichting die Guy Verstraete plant, evenals conferenties en tentoonstellingen.
… naar stichting
We gaan naar buiten en komen uit op een binnenplaats van de fabriek. Voor ons staat een lange, hoge muur met woorden en zinnen op een gele achtergrond. Het is een monumentaal werk op zich, van de Amerikaanse kunstenaar Lawrence Weiner, een centrale figuur in de ontwikkeling van de conceptuele kunst in de jaren zestig, die het gedrukte woord in een kunstwerk veranderde. Weiner, overleden in 2021, kon zelf geen toezicht meer houden op de installatie van het werk, maar hij en Guy Verstraete kozen samen de gele achtergrond, die eruitziet als een waarschuwingssignaal. Assuming the Position, een werk uit 1989, heeft als ondertitel: “language + the materials referred to unique reference N°: 615”. Guy Verstraete: “Assuming the Position gaat over het belang van je verantwoordelijkheid nemen.” Wat dat ook moge zijn.
We steken de binnenplaats over en naderen een ander gebouw. “De buitenkant is gerenoveerd”, legt hij uit. “De binnenkant wordt ook gerenoveerd, maar behoudt zijn ruwe industriële karakter met bakstenen muren.” Het gebouw is 40 meter lang en 15 meter breed. De twee verdiepingen zullen een toekomstig museum huisvesten, waar tijdelijke tentoonstellingen zullen worden georganiseerd.
Op de binnenplaats bevindt zich een gapende ingang naar een verlaten hangar, ongeveer honderd meter lang, die het toekomstige heilige der heiligen van de collectie van Guy Verstraete zou kunnen worden. «Mijn bedrijf neemt veel van mijn tijd in beslag. Daarom wil ik de collectie blijven opbouwen binnen het kader van een stichting, om de toekomst op lange termijn te verzekeren. Een stichting zou me tijd en gemoedsrust geven. Zodat het allemaal niet verdwijnt als ik er niet meer ben”.