Twintig jaar lang konden fiscale zondaars hun zwart of grijs geld op buitenlandse of Belgische rekeningen rechtstreeks regulariseren bij de fiscus. Aan dat systeem kwam op 31 december 2023 een einde. Fiscaal expert Mark Delanote vertelt welke mogelijkheden er nu nog overblijven voor belastingplichtigen die hun verdoken vermogen willen aangeven.
Meer dan 16 miljard euro aan geregulariseerde inkomsten en kapitaal, en ver boven de 4 miljard euro aan regularisatieheffingen: dat is het eindresultaat van twintig jaar fiscale amnestie in ons land. Het Contactpunt Regularisaties heeft nu voorgoed de deuren gesloten. ‘De laatste weken van 2023 vond er nog een grote rush plaats’, zegt Francis Adyns, woordvoerder bij FOD Financiën. ‘Vlak voor deadline dienden nog veel mensen snel een regularisatiedossier in.‘ Dat blijkt ook uit de cijfers: in 2022 werden er 313 dossiers ingediend ter waarde van 199 miljoen aan niet-aangegeven inkomsten en kapitaal. In totaal werden vorig jaar ruim 1.000 dossiers ingediend, voor een totaal van bijna 900 miljoen euro.
Wat vanaf 2024?
Als antwoord op een vraag in de Kamercommissie voor Financiën en Begroting over wat belastingplichtigen met een verscholen patrimonium vanaf 1 januari 2024 kunnen ondernemen om dat alsnog trachten te regulariseren, is minister van Financiën Vincent Van Peteghem formeel: zij zullen zelf een aangifte moeten doen bij de procureur des Konings. Die kan dan de procedure van verruimde minnelijke schikking opstarten.
‘Het wegvallen van het fiscale en strafrechtelijke amnestiekader valt toch enigszins te betreuren’, meent Mark Delanote, advocaat fiscaal recht en hoofddocent verbonden aan het Instituut voor Belastingrecht van de Universiteit Gent.
‘Het bood uiteindelijk een antwoord op een gekend probleem. Niets verhindert uiteraard dat de betrokken belastingplichtige alsnog de zaak kan regelen.’ Daarvoor bestaan er nog steeds twee toegangspoorten, die elkaar zullen aanvullen. Enerzijds is het mogelijk om rechtstreeks het parket te benaderen. ‘In veel gevallen leidt dat tot een minnelijke schikking waarbij een bepaald bedrag betaald zal moeten worden’, klinkt het. De schikking maakt ook dat de betrokkene niet langer moet vrezen voor een strafrechtelijke vervolging. De tweede piste is om rechtstreeks de fiscus te benaderen.
Misschien komt er binnenkort ook wel een nieuwe instructie die de ambtenaren zullen moeten volgen bij de verwerking van minder complexe regularisatiedossiers. Mark Delanote: ‘Het is bekend dat de BBI vragende partij is om dergelijke dossiers te behandelen. Zij pleiten zelfs voor een wettelijk kader, waarbij verjaarde kapitalen in de gewone aangifte kunnen worden opgenomen.’ In de praktijk zullen het parket en de belastingdienst in ieder geval vaak samenwerken. Een minnelijke schikking treffen is immers alleen mogelijk als eerst alle fiscale schulden vereffend zijn. ‘Omgekeerd kan de fiscus geen belastingen heffen indien de aanslag- of verjaringstermijnen verstreken zijn. En om alle strafrechtelijke risico’s uit te sluiten, is de tussenkomst van het parket vaak noodzakelijk.’
Tarieven, boetes en minnelijke schikking
Het blijft nog koffiedik kijken of belastingzondaars er voortaan beter van afkomen, in vergelijking met het indienen van een regularisatiedossier via het voormalige contactpunt van de FOD Financiën. Geregulariseerde inkomsten werden onderworpen aan een heffing tegen het normaal tarief dat van toepassing was op de periode waarin ze werden behaald of verkregen, vermeerderd met een tariefverhoging van 25 procent. Voor verjaarde kapitalen – ouder dan zeven jaar – was er een vast tarief van 40 procent.
‘Bij een minnelijke schikking wordt nu in elk geval een belastingverhoging van 60 procent nagestreefd’, klinkt het. Wel kan de rechtstreekse onderhandeling met het parket een voordeel opleveren. Belastingplichtigen die via het Contactpunt een kapitaal bekend maakten, moesten aantonen dat dit zijn normale belastingregime heeft ondergaan. Mark Delanote: ‘Dit aantonen was zeker voor oude kapitalen niet altijd eenvoudig. Bij een onderhandeling met het parket is het uitgangspunt dat elke rechtmatige oorsprong van het kapitaal moet kunnen worden uitgesloten. Het volstaat in zekere zin om aannemelijk te maken dat gelden een legale oorsprong hebben.’
Optie drie: doe niets
Kan een belastingplichtige er ook voor opteren om niets te doen? Mark Delanote: ‘Uiteraard. Het is een kwestie van risico-afweging. Maar iemand die niets regelt en halsstarrig zijn vermogen en inkomsten probeert te verbergen, zal met zijn centen niet veel kunnen doen. Bovendien loopt hij dan een zeer grote kans om vroeg of laat tegen de lamp te lopen.’ Dit wordt nog versterkt door de talrijke meldingsplichten die tussenpersonen in acht moeten nemen.
Maar vele vermogens zijn ondertussen wel reeds naar België gerepatrieerd of worden nu al jarenlang correct aangegeven. Moet hier nog iets gebeuren? Zolang er nog een fiscaal of strafrechtelijk risico bestaat, kan een regeling worden overwogen. ‘En het probleem is vaak dat het strafrechtelijk luik, bestaande uit het zogenaamde witwasmisdrijf quasi onverjaarbaar is’, besluit Mark Delanote. ‘Maar we moeten ons toch ook eens afvragen of hier geen absolute termijnen moeten op geplaatst worden. Heel wat fiscale fraude dateert van jaren geleden en vindt soms zelfs zijn oorsprong in de fouten van vorige generaties.’