Volgens analisten kan BYD, de Chinese fabrikant van elektrische voertuigen onder leiding van miljardair Wang Chuanfu, de extra heffingen van de Europese Unie op elektrische voertuigen uit China aan en kan het een marktaandeel veroveren op de zwaarder getroffen rivalen.
De aandelen van de dubbelgenoteerde autofabrikant stegen donderdag maar liefst 8,8% in Hongkong en 6% in Shenzhen omdat de stijging aanzienlijk minder was dan de 30% die eerder werd verwacht. De EU kondigde gisteren aan dat BYD vanaf volgende maand een extra heffing van 17,4% moet betalen bovenop de bestaande 10%.
De autofabrikant, wiens naam staat voor ‘Build Your Dreams’, werd het minst getroffen van de Chinese bedrijven van elektrische bedrijven, die het doelwit waren van een EU-onderzoek. Verwijzend naar factoren zoals het niveau van samenwerking toen EU-functionarissen onderzochten hoe staatssteun en overheidssubsidies Chinese elektrische voertuigen zouden kunnen hebben geholpen om tegen lage prijzen te verkopen, besloot het blok om de tariefverhogingen anders toe te passen.
Het staatsbedrijf SAIC Motor, eigenaar van het ooit iconische Britse merk MG, werd het hardst getroffen met een extra heffing van 38,1%. Miljardair Eric Li’s Geely, eigenaar van het Zweedse automerk Volvo, zal 20% meer moeten betalen. Het gewogen gemiddelde van de tariefverhogingen voor EV’s die vanuit China worden verscheept is 21% en zal worden toegepast op modellen, die in Tesla’s Gigafactory in Shanghai worden geproduceerd. De Amerikaanse EV-pionier heeft het blok al gevraagd om het tarief te verlagen, met als argument dat het minder profiteert van de Chinese staatssteun.
“De markt denkt dat de gevolgen voor BYD niet zo ernstig zullen zijn als eerder werd gevreesd” zegt Kenny Ng, een in Hong Kong gevestigde effectenstrateeg bij Everbright Securities International. “Vergeleken met andere Chinese autofabrikanten heeft BYD nu misschien wel een voordeel in de regio.”
Ng zei dat BYD mogelijk marktaandeel zou kunnen afsnoepen van SAIC omdat de tariefverhogingen de aantrekkelijkheid van het merk MG in Europa zouden kunnen aantasten. Dankzij de concurrerende prijzen beschouwt MG West-Europa als zijn grootste markt. Volgens marktonderzoeksbureau Canalys nam het merk daar vorig jaar de vijfde plaats in op de ranglijst van elektrische merken op basis van leveringen. De MG4 heeft bijvoorbeeld een vanafprijs van €28.990 ($31.330) tegenover een vanafprijs van ongeveer €33.000 voor de Volkswagen ID.3, zijn belangrijkste concurrent. In een openbare verklaring riep SAIC de EU op om haar besluit te heroverwegen omdat het een grote negatieve impact zou hebben op de economische samenwerking tussen China en de regio.
BYD heeft de prijs van zijn elektrische SUV Atto 3 op hetzelfde niveau gehouden als de concurrerende modellen van Europese autofabrikanten. Het voertuig is het best verkopende model in de regio, waar BYD vorig jaar ongeveer 16.000 auto’s verkocht. In 2023 verkocht BYD wereldwijd drie miljoen EV’s, waarvan het grootste deel in China.
Te midden van een meedogenloze prijzenoorlog in eigen land heeft het bedrijf ambitieuze plannen voor Europa. Het wil 5% van de EV-markt in de regio veroveren, die met 3,2 miljoen geleverde voertuigen vorig jaar de op één na grootste ter wereld is, voordat de productie in een fabriek in Hongarije in 2026 van start gaat.
In Europa, waar de winstmarges van BYD over het algemeen beter zijn dan de flinterdunne 5% in China, zouden alleen heffingen tot 50% het bedrijf ervan kunnen weerhouden om uit te breiden, schreef onderzoeksbureau Rhodium Group in april. Het bedrijf is van plan om vanaf volgend jaar meer modellen te verkopen in de regio, waaronder de Seagull hatchback.
“Het is onwaarschijnlijk dat de EU-heffingen op de invoer van Chinese EV’s hoog genoeg zullen zijn om de groei van het marktaandeel van Chinese autofabrikanten af te remmen” schreef Rhodium. Rhodium voegde eraan toe dat aangezien een verhoging van de heffingen met 50% onwaarschijnlijk blijft, beleidsmakers hun toevlucht kunnen nemen tot ‘niet-traditionele middelen om de Europese auto-industrie af te schermen, waaronder beperkingen op basis van milieu- of nationale veiligheidsgerelateerde factoren’.