De ramp in Tsjernobyl in 1986 heeft de omgeving blijvend veranderd en fungeert nu als levend laboratorium voor onderzoekers. In deze verlaten zone krijgen zij een unieke kans om te ontdekken hoe straling planten en dieren beïnvloedt. Diverse soorten hebben zich aan de omstandigheden aangepast, waaronder zwerfhonden die zich weten te handhaven in deze vervuilde setting.
Hoe de honden zich aanpassen
Onderzoekers houden al tientallen jaren de dierenpopulaties rond de beschadigde reactor in Tsjernobyl in de gaten. Opmerkelijk is het unieke genetische profiel van deze zwerfhonden. Er zijn duidelijke genetische verschillen gevonden tussen honden die dicht bij de reactor leven en degenen aan de rand van de uitsluitingszone. Dit wijst erop dat deze twee groepen hun eigen koers zijn gegaan, beïnvloed door hun directe omgeving.
Een studie, gepubliceerd in PLOS ONE, uitgevoerd door onderzoekers van de North Carolina State University en de Columbia University, ontdekte bijna 400 verschillende genetische regio’s. Deze werden waargenomen in hondenpopulaties in zwaar besmette gebieden en aan de rand van de zone. Het genoom van deze honden vertoont niet de verwachte veranderingen van langdurige stralingsblootstelling, wat suggereert dat andere factoren meespelen.
Invloed van straling en andere factoren
Onderzoekers vonden geen bewijs voor de verwachte typische mutaties door langdurige straling. Ook werd er geen chromosomale instabiliteit in de onderzochte sequenties aangetroffen. De huidige populatie stamt af van dieren die al meer dan dertig generaties in deze besmette omgeving leven, wat suggereert dat er door straling geen extreme, directe veranderingen zijn opgetreden.
De bevindingen geven inzicht in hoe de natuur ervoor zorgt dat alleen bepaalde genetische varianten overleven. Reproductieve isolatie kan mogelijk hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van afzonderlijke hondengroepen rondom de reactor.
Andere omgevingsinvloeden
Naast straling lijken ook andere omgevingsfactoren een rol te spelen in de genetische diversiteit van deze honden. Onderzoekers constateerden verschillen in tekenpopulaties tussen honden uit verschillende zones, wat erop wijst dat blootstelling aan parasieten en ziekteverwekkers ook hun genetica beïnvloedt.
Het onderzoek naar de Tsjernobyl-honden biedt inzichten in hun unieke situatie en levert bredere lessen over de langetermijneffecten van industriële rampen op ecosystemen. Door deze honden te vergelijken met dieren uit Rusland, Polen en andere nabije regio’s, bleek dat de genetica van de stadshonden uit Tsjernobyl verrassend veel overeenkomsten vertoont met externe populaties, ondanks hun geïsoleerde leefomgeving.
Het monitoren van deze dieren levert waardevolle lessen over hoe diersoorten zich staande houden in extreme omstandigheden. Het helpt ons bovendien te begrijpen wat langdurige blootstelling aan vervuilde omgevingen kan betekenen voor mens en dier. De bevindingen onderstrepen het belang van blijvend toezicht en onderzoek in getroffen gebieden wereldwijd, waardoor we onze aanpak van ecologische gevolgen na rampen kunnen verbeteren.