De Zwitserse Fondation Opale, opgericht door Bérengère Primat, is het enige centrum voor Aboriginalkunst in Europa. Het elegante complex, dat onlangs is uitgebreid en wordt omringd door een kunstmatig meer, huisvest niet alleen kunstwerken, maar ook kunstenaars in residentie en onderzoekers in de bibliotheek.
Bérengère Primat, achterkleindochter van industrieel Marcel Schlumberger en achternicht van verzamelaar Dominique de Ménil, ontdekte de Aboriginalkunst in 2002, in de galerie Passage de Retz in Parijs, met de tentoonstelling Wati: Les Hommes de loi/the Law Men. “Ik was gefascineerd door de schilderijen en sculpturen van de Aboriginals, die in die tijd uitsluitend door mannen werden gemaakt. Ik had maar een paar werken in etnografische musea gezien maar ontdekte toen concepten die ver van onze eigen cultuur af staan: de ‘Aboriginal Dream’, die noch een wakende droom noch een psychoanalytische droom is, maar een toestand van ‘eeuwig heden’, of de ‘songlines’, de liederen van de routes door hun gebied. Arnaud Serval, de curator van de tentoonstelling, woont sinds zijn 19de voor de helft in Aboriginal-gemeenschappen. Ik ben hem gevolgd naar Alice Springs en de omliggende gemeenschappen. Ik was er meteen welkom, wat me jaren zou hebben gekost als ik alleen was geweest. Er ging een deur open naar een andere wereld: ik luisterde naar hun verhalen, allemaal gelinkt aan de werken die ik kocht. Het was het begin van een verzameling en een huwelijk. Twaalf jaar lang gingen Arnaud en ik naar Australië, altijd rond Alice Springs, in de Kimberley en Arnhem Land, in het noordwesten.”
De artistieke beweging rond Aboriginals ontstond in 1971 in centraal Australië (Aboriginals kregen pas in 1967 burgerrechten). Geoffrey Barden, een schoolmeester in een kleine gemeenschap genaamd Papunya, stelde voor dat de mannen op blijvend materiaal zouden schilderen. Hun werk op de muren van de school werd hun eerste niet-vluchtige kunstwerk. Het fresco, dat inmiddels is vernietigd, is een historische mijlpaal die een internationaal publiek de kans gaf om de kunstvorm te ontdekken.
“De vrouwen schilderen, net als de mannen, eerst op hun lichaam of op de grond, en pas dan op permanente dragers”
“Toen ik in 2002 in Australië aankwam, had ik vooral contact met mannen, die minder geneigd waren om hun verhaal met een vrouw te delen. Ik zweeg en luisterde, waardoor ze me hun vertrouwen schonken. De verhalen zijn verschillend bij mannen en vrouwen: hij roept een creatieve, viriele, verleidelijke voorouder op die zij als boosaardig kan omschrijven. Ik heb nu ook toegang tot vrouwen die, net als mannen, eerst op hun lichaam of op de grond schilderen en dan pas op permanente dragers. Na verloop van tijd is het aandeel van de vrouwen blijven groeien.”
De collectie groeide gestaag: vandaag de dag omvat ze bijna 1600 werken. Bérengère liet de collectie beoordelen door Georges Petitjean, Belgisch conservator van het Utrechtse Aboriginal Art Museum (gesloten in 2017). “Hij vertelde me dat mijn verzameling zonder twijfel de interessantste in heel Europa is. De stichting Pierre Arnaud Foundation gaf me in 2017 de kans om een deel ervan tentoon te stellen en vervolgens de locatie over te nemen. Waar haalde ik de tijd en energie, als moeder van vijf kinderen? In 2018 ging ik met hen terug naar de gemeenschappen in Zuid-Australië. De kunstenaars, directeuren van kunstcentra en Aboriginal-coöperaties vonden het jammer dat in Europa alleen etnografische musea hun kunst tentoonstelden.”
Het Opale-effect
Om die lacune te vullen, opende ze in december 2018 de Fondation Opale. “Ik wilde het geen stichting Primat noemen. Ik dacht eerst aan een Aboriginalterm, maar waarom zou je er uit die honderd talen één uitkiezen? Uiteindelijk kwam ik uit bij opaal, een doorschijnende, reflecterende steen die op elk continent te vinden is en een woord dat in de meeste talen gelijkaardig is. Ik nam het gebouw en de bestaande stichting Pierre Arnaud over, veranderde de naam en breidde het werkterrein uit.” Ze hecht veel belang aan overdracht en educatie, en bedankt de mensen die bereid waren om hun werken te verkopen en hun cultuur te delen. “Ik wilde de Aboriginalkunstwerken toegankelijk en bekend maken in Europa, omdat er tot dan toe nog geen plek was speciaal voor hun kunst.”
De stichting wordt voor 70% gefinancierd door Bérengère Primat en een vereniging van 300 vrienden. Overheidssteun (30%) komt van de gemeenten Lens en Crans-Montana, de Loterie romande, die sport en cultuur financiert, en de stichting Crans-Montana Casino.
Opale heeft de Aboriginalkunstenaars in Australië en Europa op de kaart gezet. De stichting heeft grote gezamenlijke doeken uit Zuid-Australië met bepaalde territoriale verhalen. “In 2019 verwelkomden we vrouwelijke schilders uit de zeven kunstcentra in de APY Lands, die het collectieve doek creëerden dat bekend staat als het Seven Sisters-verhaal. Andere collectieve schilderijen zijn door mannen en vrouwen samen gemaakt.” Opale is ook populair bij de grote instellingen. In 2022 organiseerde de Parijse Fondation Cartier een tentoonstelling van Sally Gabori, een van de vooraanstaande kunstenaars van Queensland.
“Het Palais de Tokyo in Parijs heeft het werk getoond van Yhonnie Scarce, die bij ons wordt tentoongesteld, in de tentoonstelling ‘Réclamer la Terre’. Het Centre Pompidou ontleende ‘Nganampa mantangka minyma tjutaku Tjukurpa ngaranyi alatjitu’ (‘Het recht van de vrouw leeft in ons land’), een gezamenlijk werk van 26 vrouwen, voor de tentoonstelling ‘Elles font l’abstraction’ in 2021. We zijn van plan om bruggen te bouwen met het MAMCO (Genève) en rondreizende tentoonstellingen in Australië, om het Australische publiek te laten kennismaken met de belangstelling van westerse kunstenaars voor deze kunstvorm. Naast tijdelijke tentoonstellingen denk ik aan een expositie van de belangrijkste stukken uit de permanente collectie, dankzij de uitbreiding die in december 2023 werd ingehuldigd.”
De stichting organiseert ook residenties, onder meer voor een kunstenaar met zijn vrouw, aan het begin van de covidperiode. “Omdat ze niet graag ver van hun grondgebied weggaan, nodigen we Aboriginalcuratoren uit die in steden hebben gewoond en kunstgeschiedenis hebben gestudeerd, om aan de collectie en tentoonstellingen te werken en niet-Aboriginal-kunstenaars te ontmoeten. De eerste curator komt in juni 2025.” De eerstvolgende tentoonstelling opent op 16 juni.
“Eigenlijk heeft Opale mijn leven veranderd”, zegt ze. “Naast mijn gezin is Opale waar ik voor leef.”