Senator Lindsay Graham uit South Carolina beschuldigde vijf CEO’s van toonaangevende social media-bedrijven ervan “bloed aan hun handen” te hebben. De 3,5 uur durende hoorzitting van de Senaatscommissie voor Justitie werd het hoofdonderwerp op de nationale nieuwszenders. Ondanks de unanieme veroordeling door beide partijen, is dit de achtste hoorzitting van het Congres over deze zaak zonder dat er al enige wetgevende actie is ondernomen.
Net zoals de privésector traag is geweest om te leren van de managementinnovaties van ’s werelds meest waardevolle bedrijven, zo is de publieke sector traag geweest in het vervullen van zijn regelgevende verantwoordelijkheden om vangrails te voorzien en wangedrag in te dijken in dit snelgroeiende deel van de economie. Het is veel gemakkelijker om hoorzittingen in de Senaat te houden die de krantenkoppen halen dan om effectieve regelgeving er door te krijgen.
Het blijft een uitdaging om de juiste balans te vinden tussen leren van de positieve bijdragen van ’s werelds meest waardevolle en snelst groeiende bedrijven en eisen dat ze hun bredere verantwoordelijkheden ten opzichte van de maatschappij nemen. Lezers van het artikel The Management Paradigm Driving The Most Valuable Firms hebben constructieve suggesties gedaan over domeinen waarin toonaangevende bedrijven meer moeten doen.
1. De meest waardevolle bedrijven ter wereld zijn geen ‘perfecte managementmodellen’
Phil Thompson vroeg zich af of het juist is om de meest waardevolle bedrijven te beschouwen als “perfecte managementmodellen”. Het antwoord is nee. Alle meest waardevolle bedrijven ter wereld vertonen op verschillende manieren gebreken. Een artikel presenteerde de financiële feiten over de bedrijven en beschreef de belangrijkste elementen van het gemeenschappelijke managementpatroon dat hen in staat stelde om zo groot en zo snel te groeien. We kunnen leren uit deze innovaties en tegelijkertijd de bedrijven aansporen om zowel hun mentale modellen als hun processen te blijven verbeteren als goede bedrijfsburgers. Met grote macht komt grote verantwoordelijkheid.
2. De behandeling van werknemers op een lager niveau
Terwijl de meest waardevolle bedrijven vaak creatieve innovatieve benaderingen hebben voor senior executives en kenniswerkers, vestigde executive coach Nigel Thurlow de aandacht op de veel meer gereguleerde benadering van werknemers op lager niveau. Hij citeerde Beth Gutelius, onderzoeksdirecteur bij CUED: “De onderzoeksgegevens geven aan dat de manier waarop Amazon zijn processen uittekent – inclusief uitgebreide monitoring en het hoge werktempo – bijdragen aan een aanzienlijke fysieke en mentale tol voor de gezondheid, waaronder verwondingen, burn-out en uitputting.” CBS News meldt soortgelijke problemen in de centra van Amazon.
Critici roepen: “Hoe kun je Amazon prijzen als het zijn werknemers zo slecht behandelt?” Het antwoord is dat we moeten leren van de positieve prestaties van deze bedrijven en tegelijkertijd al het asociale gedrag dat we zien veroordelen.
3. Zijn de meest waardevolle bedrijven niet gewoon uit op geld?
Consultant Quinton Quartel schrijft “Hoe kunnen we het rechtvaardigen om Satya Nadella op een voetstuk te plaatsen als MS meer geld verdient dan ooit en nog steeds mensen ontslaat?”. Ook hier moeten we de dingen in perspectief blijven zien. Microsoft heeft meer dan 100.000 banen toegevoegd aan zijn personeelsbestand sinds Satya Nadella CEO werd in 2014. Het recente, relatief kleine banenverlies na de overname van Activision Blizzard moet in dit bredere perspectief worden gezien. Toonaangevende bedrijven zouden ook het goede voorbeeld moeten geven door ervoor te zorgen dat alle werknemers een leefbaar loon krijgen.
4. De bezoldiging van managers in deze bedrijven is buitensporig
Er wordt vaak gesuggereerd dat de beloning van managers in de meest waardevolle bedrijven buitensporig is, vooral in vergelijking met de laagstbetaalde werknemers in het bedrijf. Dit is juist.
Het probleem van buitensporige beloningen voor leidinggevenden is echter niet specifiek voor de meest waardevolle bedrijven. De laatste halve eeuw was een periode van ‘afwijkend kapitalisme’, waarin expliciete hebzucht de belangrijkste drijfveer werd. In deze periode werd de normale werking van het kapitalisme ondermijnd om de meeste winst naar aandeelhouders, leidinggevenden en hun financiers door te sluizen ten koste van andere belanghebbenden en de maatschappij. Het resultaat was toenemende ongelijkheid, alomtegenwoordig kortetermijndenken, zelfverrijking door leidinggevenden en afnemende sociale cohesie, zoals uitgelegd in dit artikel en in het boek Reinventing Capitalism in the Digital Age.
In zekere zin maken de leidinggevenden van de meest waardevolle bedrijven deel uit van het algemene probleem van het huidige kapitalisme. Toch is het geen excuus voor de leidinggevenden van deze bedrijven om te beweren dat ze “niet slechter zijn dan de meeste andere grote bedrijven”. Als meest waardevolle bedrijven ter wereld zijn ze de facto een voorbeeld geworden voor alle bedrijven en worden ze onvermijdelijk het belangrijkste doelwit voor aanvallen op het algemene probleem. Als ze zich niet beter gedragen, zullen ze daar de gevolgen van ondervinden.
De beslissing van deze week van een rechter in Delaware om het compensatiepakket van 55 miljard dollar dat Elon Musk kreeg toegekend van de raad van bestuur van Tesla, te annuleren, is een teken aan de wand. De rechter oordeelde dat Musk en de bestuurders van Tesla hun plichten tegenover de maker van elektrische voertuigen en zonnepanelen hadden geschonden, wat resulteerde in een verspilling van bedrijfsmiddelen en een ongerechtvaardigde verrijking voor Musk. De rechter accepteerde de argumenten van de advocaten van de aandeelhouders dat het compensatiepakket “door Musk was gedicteerd en het product was van schijnonderhandelingen met bestuurders die niet onafhankelijk van hem waren”. De beslissing is een waarschuwing.
5. “Bedrijven kunnen niets doen aan de mentaliteit”
Andere critici van het artikel suggereren dat het onderscheid tussen mindsets en processen betekenisloos is. “We kunnen niets doen aan mindsets. Ze zijn persoonlijk voor de individuen. Het enige dat telt is het gedrag dat eruit voortvloeit. Dat is wat opgevolgd en gemeten moet worden.”
Dit is natuurlijk een herhaling van de filosofie van Frederick Taylor dat “het systeem” vóór “de mens” moet komen. We weten nu veel over hoe subjectieve fenomenen zoals denkpatronen, houdingen, mentale modellen, waarden en cultuur ontstaan en ook hoe ze kunnen veranderen. Ontkenning van de geldigheid van een dergelijk begrip kan een heimelijke manier zijn om te pleiten voor “Scientific Management”, of een dekmantel om impliciete denkpatronen in stand te houden die onaantrekkelijk zouden zijn als ze expliciet werden gemaakt, bijvoorbeeld een focus die enkel gericht is op het maken van winst.
6. Moeten bedrijven meer doen voor sociale doelen en het milieu?
Zouden deze bedrijven meer moeten doen voor sociale doelen en het milieu? Ja, natuurlijk moeten ze dat. Tijdens de recente hoorzitting sprak Mark Zuckerberg, CEO van Meta, tot tientallen ouders van slachtoffers van online seksuele uitbuiting van kinderen. “Sorry voor alles wat jullie hebben meegemaakt,” zei hij. Maar hij zei niet of de platforms van Meta hadden bijgedragen aan het lijden, enkel dat Meta “zich inspande om dergelijke schade te voorkomen”. Hiermee negeerde hij het bewijs van de commissie dat Meta leidinggevenden op de hoogte waren van het probleem en oproepen van medewerkers om corrigerende maatregelen te nemen hadden afgewezen.
Dergelijk gedrag kan ertoe leiden dat critici zoals Rebecca Solnit in de London Review of Books beweren dat Silicon Valley executives “hun rijkdom hebben gebruikt om de diversiteit en betaalbaarheid te ondermijnen, de armen te demoniseren, hun politici in handpoppen te veranderen en hun politiek naar rechts te duwen”.
Als leidinggevenden van de meest waardevolle bedrijven geen krachtigere corrigerende maatregelen nemen en zelfs de schijn van onethisch gedrag vermijden, lopen ze het risico permanent gebrandmerkt te worden als “de robber barons” van de 21e eeuw en steeds zwaardere economische gevolgen te ondervinden.