In Brussel maakte Philippe Weidner naam met de geslaagde verbouwing van de Ukkelse klinieken Sint-Elisabeth en Deux Alice tot luxewoningen. Nu heeft hij zich definitief gevestigd op de ruige vulkaantoppen van Tarrafal de Monte Trigo, op het meest noordelijke en westelijke eiland van Kaapverdië. Met de bijpassende projecten.
Tarrafal is altijd een bezoek waard. De prachtige weg met handgelegde basaltkeien die de gemeente verbindt met Porto Novo, de havenhoofdstad van Santo Antao, is eindelijk voltooid. Tot 2021 was het laatste overblijvende stuk van twaalf kilometer een psychologische en technische barrière om het noordwesten van het eiland te ontsluiten voor mensen en goederen. Tien jaar geleden duurde het meer dan vier uur om de 30 kilometer te overbruggen. Vandaag haal je het bij vlot verkeer op een uurtje.
Maar voordat je je koffers kunt neerzetten op het eiland Sao Vicente, de dichtstbijzijnde internationale luchthaven, moet je rekening houden met minstens 6,5 uur voor een rechtstreekse vlucht vanaf Schiphol of Luxemburg. Daarna is er nog de tocht met een veerboot van een uur, van de haven van Mindelo naar Porto Novo.
Bij hun aankomst kunnen de weinige rugzaktoeristen dan eindelijk, vaak te voet en goed uitgerust, “het eiland van het verborgen wandelplezier” verkennen, zoals de Financial Times het twee jaar geleden beschreef in zijn weekendbijlage. Santo Antao is ongetwijfeld het meest ongerepte en bergachtige eiland van de archipel, ideaal voor projecten en tochten in de ongerepte natuur.
De ontbrekende schakel
De weg naar Tarrafal, die over steile vulkaantoppen tot op een hoogte van bijna 2000 meter loopt om dan met steile haarspeldbochten naar de oceaan te dalen, is nu berijdbaar tot aan de ingang van het dorp. Het plan voor de laatste twee kilometer onbegaanbare weg ligt op tafel bij de Kaapverdische regering. Het omvat onder meer ook de restauratie van de historische gebouwen op de kuststrook en een aanlegsteiger voor lokale vissers en toeristenboten.
“De Wereldbank heeft de financiering – ongeveer drie miljoen euro – al goedgekeurd. Samen met de centrale regering coördineren we de komende maanden de offertevraag voor de technische studies”, zegt Anibal Azevedo Fonseca, de burgemeester van Porto Novo. Zijn bestuurlijke gebied beslaat twee derden van het eiland, dat de grootte heeft van een Belgische provincie.
De recentste vloedgolven hebben het lagergelegen deel van het dorp geteisterd als nooit tevoren. Ze hebben het zwarte zandpad vernield dat toegang gaf tot de kuststrook. De telecommunicatiekabels liggen bloot. Er moet dringend actie worden ondernomen om te voorkomen dat het kleine vissersdorp wordt afgesneden van de rest van het eiland, en om het toegankelijk te maken over land en zee.
“Die berg die je daar ziet, die zullen we bedwingen”
Philippe Weidner ontwierp en bouwde Casa Branca in 2015 op de berghelling. Hij heeft er zich gevestigd met zijn vrouw Michèle en heeft er de plaatselijke dochteronderneming van Beaufort House (TCA Lda) in ondergebracht. Vanaf Casa Branca heeft hij een uitzicht van 180 graden over de immense plaatselijke baai, de verwoeste ingang van het dorp en de rotspartij aan de andere kant, die al eeuwenlang onaangeroerd is. Daar slingert zich een geitenpad naar het doodlopende gehucht Monte Trigo.
Op deze rots besloot hij om voor anker te gaan. Het Domaine de l’Ancre is een residentieel en hotelproject dat nog nooit eerder op het eiland is vertoond. Hij is ervan overtuigd: tegen het einde van 2025 is dit het nieuwe residentiële en toeristische referentiepunt voor de regio. Het ontwikkelingsplan voor het volledige project is voorgelegd aan de lokale autoriteiten en unaniem goedgekeurd. De vergunning is maar een formaliteit:
“Er ontbreekt alleen nog een stempel. We zijn niet in Brussel: hier gaat het vooruit”, verzekert hij ons.
Het landgoed zal zijn naam ‘anker’ eer aandoen: het wordt het kloppend hart van het project, met een ontvangstruimte op de begane grond, een restaurant, panoramische overdekte terrassen en een groot zwembad met uitzicht op de oceaan. De gemeenschappelijke ruimtes worden omringd door zestien bungalows die beschikbaar zijn voor verhuur. Daarnaast zullen er ongeveer veertig woningen gefaseerd worden gebouwd voor zorgvuldig gekozen investeerders, waarbij elke villa met privézwembad op een ruime afstand van elkaar zal worden geplaatst. Afhankelijk van de oppervlakte zal de prijs variëren tussen 250.000 en 700.000 euro, inclusief btw (15%).
“Ik wil het domein openstellen voor eigenaars die zowel de site als de lokale bevolking respecteren.”
Hij beschouwt het als zijn laatste grote uitdaging als bouwheer. Om alles tot een goed einde te brengen, kan hij rekenen op zijn trouwe familiale investeerders van Welshe origine. Ze schenken hem al meer dan 20 jaar hun vertrouwen via de Belgische naamloze vennootschap Beaufort House en hebben onlangs de volgende generatie overtuigd om hetzelfde te doen, zonder het kleine winning team te veranderen.
Het budget dat de Belgische zaakvoerder hen heeft gevraagd voor zijn nieuwe project bedraagt meer dan vier miljoen euro in full equity, zonder enige bankfinanciering. “Tenminste, voor de huidige fase”, relativeert hij, vol vertrouwen dat hij zijn jarenlange partners binnenkort dezelfde marges kan bieden als voor zijn vorige projecten.
“Een bulldozer en honderd man, en de weg ligt er”
Om het terrein te ontsluiten en te ontwikkelen, moet er vanaf de uitgang van het dorp een zes meter brede weg in de berghelling worden uitgehakt. Te beginnen met een indrukwekkend kunstwerk over een ribeira, een beekbedding die in het regenseizoen wordt gevoed vanuit de bergen: een gebogen brug, volledig met de hand gebouwd uit ter plaatse bewerkte stenen. Daarna moet het dorp worden verbonden met de projectlocatie, zodat de onlangs aangeschafte bouwmachines het terrein kunnen bereiken.
Het gaat om een stuk grond van bijna 15 hectare dat uitkijkt over de oceaan vanaf een hoogte van meer dan 120 meter: een strook vulkanische grond van zo’n 500 meter lang en 300 meter breed, onlangs aangekocht van de plaatselijke overheid met de steun van de burgemeester, die ‘zijn’ veelbelovende gemeente wil ontsluiten voor toeristen en waar een nieuwe weg van bijna twee kilometer doorheen zal lopen.
De politicus, een voormalig bankdirecteur die alles al heeft gezien en nu de toeristische ambities van het hele eiland aanstuurt vanuit de hoofdstad Porto Novo, zegt het ronduit (zie interview): “Ik heb ondernemers uit alle hoeken van de wereld zien komen en gaan, met ambitieuze industriële en vastgoedprojecten. Maar het project van Philippe Weidner is het eerste in zijn soort op het hele eiland, en zelfs daarbuiten, dat alle hokjes afvinkt. Ik ben ervan overtuigd dat dit een benchmark wordt voor toekomstige projecten omdat het voldoet aan alle economische, sociale en milieuvereisten die we in de toekomst zullen moeten handhaven”, zegt de burgemeester. Hij twijfelt er niet aan dat hij ook na de verkiezingen in november aan de macht zal blijven.
“Only nice guys!”
Zo omschrijft Philippe Weidner de mensen voor wie hij de deuren opent van zijn ietwat gestoorde, totaal afgelegen resort. Het ontwerp is toevertrouwd aan de Belgische architect en ingenieur Jérémy Le Roye. Het vastgoedconcept dat ze samen met een lokaal team ontwikkelen, is zo atypisch en gedurfd dat je de site moet bezoeken om de originaliteit ervan te begrijpen en de haalbaarheid van dag tot dag te verifiëren.
Het is een originaliteit die de maker wil reserveren voor geselecteerde mensen. Geld alleen opent niet de deuren naar het project. “Ik wil dit domein openstellen voor eigenaars die de filosofie erachter begrijpen en die zowel de site als de lokale bevolking respecteren”, benadrukt hij. Precies wat hij zelf belooft te doen: Beaufort House is nu al de grootste werkverschaffer in Tarrafal. Op 17 februari kwam het lokale hoofd van de Banco Caboverdiano de Negócios ter plaatse om een bankrekening te openen voor een dertigtal arbeiders en bedienden.
“Dit is nog maar het begin. Als het project verder gevorderd is, zullen er zo’n vijftig werknemers op de loonlijst staan”, belooft de CEO. Voor de werving en begeleiding van zijn teams kan hij rekenen op David Mückli, een Fransman die meer dan 12 jaar geleden in Tarrafal aankwam. De professionele duiker, afkomstig uit het noorden van Frankrijk, bracht de onderwereld van de plaatselijke kustlijn in kaart, wat tevoren nog nooit was gebeurd. Hij richtte een duikclub op voor toeristen en vervolgens een klein hotel-restaurant met vijf kamers, Casa Baobab, dat tot op vandaag een lokale must is. Nadat hij met succes de bouw van verschillende huizen op de berghelling had afgerond, werd hij de rechterhand van Philippe Weidner voor het project van Beaufort House.
De twee mannen weten dat ze op dorpsniveau iets revolutionairs maken dat moeilijk te begrijpen is op papier. Maar hun streven om het project stevig in het landschap te verankeren en de leegloop van het platteland tegen te gaan, komt overeen met dat van de burgemeester, die zich zorgen maakt omdat schoolgaande jongeren het eiland verlaten bij gebrek aan stabiele, lonende jobs.
Circulaire economie
Als het Domaine de l’Ancre eenmaal open gaat, zullen de zwembaden en bijgebouwen moeten worden beheerd en onderhouden door lokale mensen die zijn opgeleid volgens nieuwe technische en toeristische normen, met name op het gebied van service en onderhoud. De watervoorziening zal worden verzorgd door een ontziltingsinstallatie van het opgepompte zeewater; de elektriciteit wordt grotendeels opgewekt door zonnepanelen.
Voor Joao Gomes, de toekomstige manager van het landgoed, wordt het een terugkeer naar zijn roots. De Kaapverdiaan heeft al bijna 20 jaar als manager samengewerkt met Philippe Weidner in België. Werkgelegenheid is overigens niet de enige lokale bron die wordt ontwikkeld. Het meeste zware bouwmaterieel werd begin 2024 in containers uit Europa geïmporteerd omdat er lokaal niets voorhanden was. Nu dient het om beter gebruik te maken van de lokale rijkdommen. Een van de machines die net is aangekomen, zal worden gebruikt om betonblokken en bakstenen te produceren.
Philippe Weidner en zijn teams willen vooral puzzolaan, dat op het eiland in overvloed aanwezig is, optimaal benutten. Het natuurlijke gesteente van vulkanische basaltslakken vermindert de hoeveelheid industrieel cement om beton te maken met bijna 40%. Het is ook resistenter en duurzamer. “Maar dat is nog niet alles: het heeft unieke eigenschappen op het gebied van natuurlijke isolatie, geluidsisolatie en welzijn die nog veel te weinig worden benut. En het ligt hier overal. We moeten ons alleen maar bukken!”
Om het project op tijd klaar te krijgen, kan Weidner rekenen op de expertise van Joao Ferreira, alias Djoni, een geweldige plaatselijke ingenieur die gewerkt heeft in Europa en Rusland en bijna alle wegen op het eiland heeft ontworpen en aangelegd, manueel en met basalt. “Op het hoogtepunt van dat project, dat bijna 40 jaar duurde, leidde hij 3.000 arbeiders. Maar hij maakte ook het eerste stedenbouwkundige plan voor Porto Novo. Hij weet dus waar hij het over heeft, en we gaan een beroep doen op zijn lange ervaring om het beste te halen uit het lokale puzzolaan. Op elk niveau, van dakisolatie tot plafond- en muurbekleding”, verzekert Philippe Weidner. Hij is ervan overtuigd dat hij een bijzonder complementair team heeft waarvan elk lid zijn unieke expertise en kwaliteiten heeft.
Vier vragen aan Anibal Azevedo Fonseca, burgemeester van Porto Novo
Voor uw derde ambtstermijn van vier jaar zet u in op de ontwikkeling van het toerisme op het eiland, zowel over zee als door de lucht. Is nu het juiste moment gekomen?
Na acht jaar van reflectie en grondig werk om iedereen op één lijn te krijgen, denk ik van wel. Het project onder leiding van Philippe Weidner is niet toevallig op dit moment tot stand gekomen. Het biedt een selecte internationale klantenkring een type accommodatie aan dat het beste is wat we te bieden hebben qua ontspanning, met respect voor de natuurlijke rijkdommen die Santo Antao heeft weten te behouden. In dat opzicht is Tarrafal, met zijn uitzonderlijke biotoop en klimaat, exemplarisch.
Om toeristen aan te trekken, bent u vooral geïnteresseerd in de haven, die heel dicht bij uw kantoren ligt. Wat staat er op het programma?
In 2019, vóór de pandemie, zetten 50.000 toeristen voet aan wal in Santo Antao. De groei was veelbelovend. We moeten de huidige haveninfrastructuur absoluut uitbreiden om te voldoen aan de vraag die zich aandient. Een uitbreiding van de bestaande kades – met een grootteorde van 150 tot 200 meter – is al gepland en wordt gefaseerd uitgevoerd tussen nu en volgend jaar. Op nationaal niveau is er al een totaalbudget van 32 miljoen euro voor gereserveerd. Uiteindelijk zullen daardoor grote schepen, vooral cruiseschepen, kunnen aanmeren op het eiland. We zijn al bezig met de selectie van de maatschappijen die hier zullen aanmeren, zodat Santo Antao kan worden opgenomen in de toeristische routes van een aantal internationale operatoren.
Maar de zee is niet de enige toegangsweg die we in de toekomst willen aanbieden. Al te lang – minstens twee decennia – wordt er al gesproken over een internationale luchthaven ten westen van Porto Novo, in de nabijheid van Tarrafal. De centrale regering heeft nu de beslissing genomen om die luchthaven te bouwen. Ongeacht de uitkomst van de volgende nationale verkiezingen die gepland staan voor 2026, het besluit is onomkeerbaar – of het nu de ossen of de koeien zijn die winnen, zoals we hier zeggen. We hebben al een masterplan klaar voor de internationale luchthaven, die een start- en landingsbaan van 2,3 kilometer krijgt.
Sommigen zeggen dat dit een droom is waar elke burgemeester al sinds mensenheugenis over praat, maar dat de financiering ervan een illusie is omdat de luchthaven van Sao Vicente vlakbij ligt.
Door zijn ligging en configuratie is de luchthaven van Sao Vicente beperkt in zijn ontwikkeling. Hier hebben we alle ruimte die we nodig hebben. Rest nog de kwestie van de financiering. Dat is mijn eerste taak. Ik denk in het bijzonder aan een concessie, maar er zijn andere opties voor de bouw en de exploitatie. En ik herhaal: het besluit is genomen. Wat de uitvoeringsdetails betreft, die gaan we regelen zodat onze lang gekoesterde droom eindelijk werkelijkheid kan worden.
Om uw plannen voor het eiland te realiseren zult u het waterbeheer beter onder de knie moeten krijgen, zowel voor aanvoer als voor zuivering. Denkt u daar al over na?
U hebt gelijk: dat is een van de grootste uitdagingen voor de volgende legislatuur. We kunnen het natuurlijke bronwater dat hier overvloedig aanwezig is, niet als enige bron blijven gebruiken. Maar het is wel een troef waar anderen jaloers op zijn, gezien de enorme toekomstige behoeften voor toerisme en industrie. Overal elders in de archipel staan er al ontziltingsinstallaties voor zeewater. Die gaan we hier ook installeren, te beginnen met de stad Porto Novo, die alleen al 25% van de bevolking van het eiland herbergt. Er ligt een budget van 12 miljoen dollar op tafel om de distributie- en zuiveringssystemen van de stad op te kalefateren. Dat is hard nodig want een groot deel is verouderd of onbestaande. Het nationale overheidsbedrijf ANAS coördineert het werk en ontwikkelt een landelijk programma voor het boren van putten voor de lokale landbouw, tuinbouw en industrie. Aan de rand van de stad gaan we bovendien een groot landbouwproject starten op 112 hectare, met financiering uit Hongarije.