In meer dan vijftig landen wereldwijd proeven mensen van de ambachtelijke luxeconfituren van Belberry Preserves. Een verhaal dat zeventig jaar geleden begon in een kleine kruidenierswinkel. “Ik kijk met respect achterom, maar vol vertrouwen naar de toekomst”, zegt Thierry Vandererfven (55).
De unieke producten van Belberry Preserves liggen in de beste warenhuizen, hotels en delicatessenzaken ter wereld. Van elk land in Europa, tot de Verenigde Staten, van het Midden-Oosten tot Noord-Amerika. Van Japan tot Paraguay. “Ja, het is best een indrukwekkend lijstje geworden”, glimlacht Thierry Vandererfven. De verklaring voor het succes? “Er gaat niets boven de voortreffelijke smaak van traditioneel gemaakt eten, zorgvuldig vervaardigd met de beste ingrediënten en vooral liefde.”
Naamswijziging dringt zich op
Die mix van de beste ingrediënten en traditionele bereiding kreeg Thierry Vandererfven mee van zijn ouders. Het verhaal van Belberry begon immers al in 1956 toen André Vandererfven in Kortrijk een kleine 19de-eeuwse kruidenierswinkel overnam. Het echtpaar begon een mooie delicatessenzaak, met de beste groenten en fruit. “Niks ging verloren en van de niet verkochte fruitsoorten maakte mijn vader confituur. Heel kleinschalig, op het gasvuur in de keuken achter de winkel”, herinnert Thierry Vandererfven. Als jongste van vijf kinderen nam hij de kruidenierszaak over in 1990, amper 21 jaar. “Ik zag meer in dat verhaal en begon met het uitbreiden van de artisanale recepten. De confituren werden verkocht in verschillende kruidenierswinkels en voedingszaken in West-Vlaanderen.” Maar Thierry Vandererfven droomde groter. In 2001 veroverde hij als kleine zelfstandige een standplaatsje op de Londense voedingsbeurs IFE. “Ik betaalde zo’n 250 euro en kreeg twee vierkante meter. Daar stond ik dan, met mijn 18 soorten confituur”, lacht hij.
Het leverde hem wél twee klanten op, de Britse supermarktgroep Sainsbury’s en een distributeur uit Denemarken. Het exportverhaal was begonnen maar een naamswijziging drong zich op. “Tot dan werkte ik met mijn eigen naam op de etiketten, ‘Vandererfven Extra Confituur’. In Denemarken was dat een complete ramp, want die naam Vandererfven bleek onuitspreekbaar. De distributeur raadde me aan om een merknaam te kiezen.” Dat werd Belberry, wat staat voor Belgian Berry’s. De Belgische bessen begonnen aan hun wereldreis die tot vandaag verder duurt.
Intussen werd het assortiment uitgebreid, wat noodzakelijk bleek indien Thierry Vandererfven voet aan wal wilde zetten in de internationale gourmetwereld. Met de confituren alleen zou het niet lukken. Dus werd de zoete collectie van confituren aangevuld met siropen, fruitcoulis, honing tot kaasbegeleiders. Later kwam er een hartige collectie, met ketchups, veelzijdige fruitpulpazijnen en konfijten. “Alles wat met dezelfde ingrediënten, machines, verpakking en medewerkers kon geproduceerd worden, was een beetje de idee”, zegt Thierry Vandererfven, die de merknaam herdoopte tot Belberry Preserves.
Oprah Winfrey is fan
De kruidenierswinkel, waar alles begon, was inmiddels veel te klein geworden. Hij liet de zaak over, die vandaag overigens nog altijd bestaat. “Ja, het deed me wel iets om die stap te zetten”, blikt hij terug. “Het zijn mijn roots, zonder die kruidenierszaak was Belberry er vandaag niet. Elke keer als ik er passeer vertraag ik nog even en kijk nog eens goed naar mijn ouderlijke woning. Ik blik met heel veel respect terug op dat verleden, maar tegelijk kijk ik vol vertrouwen naar de toekomst.” Dat vertrouwen is terecht, maar was in 2006 niet vanzelfsprekend. Het loslaten van de kruidenierszaak betekende een sprong in het ijle, ook financieel. Maar Thierry Vandererfven geloofde erin. Gesterkt door een aantal prijzen, onderscheidingen en awards. En intussen ook een mooi netwerk van distributeurs, die allemaal producten verdelen met een hoge standaard. “Prijs is niet het belangrijkste in dat segment, maar kwaliteit, service en de positionering.” Per land werkt Thierry Vandererfven samen met één distributeur. 80 procent van de productie is voor de export bestemd, waarvan de helft buiten Europa. 20 procent van die productie is voor private label, waarbij heel wat premium klanten. Alles samen goed voor een jaarlijkse productie van zo’n 500 ton, of 2,5 tot 3 ton per productiedag. En daar stopt het niet, want net nog werd een contract binnengehaald voor een Amerikaanse klant, die de producten nationaal wil verdelen. In de VS is Belberry Preserves al langer geen onbekende meer. Onder meer de Amerikaanse presentatrice Oprah Winfrey prees de producten in haar magazine – met een oplage van 15 miljoen exemplaren – aan.
Van Waldorf Astoria tot Japan
Thierry Vandererfven ontwikkelt alle recepturen zelf. Soms op vraag van een klant. “Net nog hebben we een theegelei ontwikkelt, voor een klant die een keten van
400 koffie- en theeshops heeft.” Ook de internationale bierreus AB Inbev klopte aan bij Vandererfven, om een kaasbegeleider te maken op basis van Leffe.
“Soms lukt iets ook niet”, glimlacht de zaakvoerder op de vraag naar tegenslagen. Zo flopte een confituur in een knijpfles. Naar analogie met een ketchupfles, maar dan gevuld met jam. Het project won zelfs prijzen, maar stierf een stille dood. Ook een gekruid tomatensap als basis voor een aperitief bleek niet succesvol. “Dat is ondernemen, met vallen en opstaan. Maar je geraakt niet vooruit als je het niet probeert”, relativeert Thierry Vandererfven die ‘mislukkingen’. Soms heb je het zelf ook niet in de hand. Zo is de verkoop in het Verenigd Koninkrijk na de Brexit nog maar een schim van wat het ooit was. Al is er sinds kort een kentering voelbaar, zegt Vandererfven.
Het bedrijf, dat intussen vijftien medewerkers telt, staat internationaal op de kaart, ondertussen zijn de Belberry producten te koop in meer dan 50 landen. Het maakt Thierry Vandererfven trots op het afgelegde parcours. Van de kleine kruidenierszaak naar ontbijttafels in het Waldorf Astoria, New York of gegeerd bij Japanse consumenten. En dat met geen campagnebudget die naam waardig. Voor de zaakvoerder stopt het verhaal dat zijn vader zeventig jaar geleden begon hier nog niet. Er komt straks nog een nieuwe productielijn – goed voor een investering van 300.000 euro – en de zoektocht naar nieuwe productontwikkelingen staan op de agenda. Zijn kinderen, jonge twintigers die nog studeren, volgen het bedrijf op de voet. “Ze mogen het familiebedrijf verderzetten, maar het is geen must. Maar ik denk nog niet aan stoppen, daarvoor doe ik het allemaal nog te graag.”