Het Grondwettelijk Hof heeft onlangs een Vlaams decreet geannuleerd dat het regionale niveau bevoegd maakte voor beroepen tegen ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen en besluiten die complexe projecten kaderen.
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, de Regering van de Franse Gemeenschap, de Waalse Regering en verschillende burgers hadden beroep aangetekend tegen het Vlaams decreet van 14 juli 2023.
Dit decreet maakte het regionale niveau (bestuur) bevoegd voor alle juridische beroepen die gericht zijn op ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen en besluiten die betrekking hebben op voorkeur en projecten met complexe karakteristieken, met als gevolg dat de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State niet langer bevoegd was voor deze beroepen.
Het Grondwettelijk Hof heeft, in een arrest van 13 februari, het betwiste decreet geannuleerd. Het Hof oordeelt dat de federale wetgever -en niet de regionale wetgever- in principe bevoegd is om beroepen bij een bestuursrechtelijke rechtbank in te stellen en af te schaffen.
Volgens het Hof is de impact op de federale bevoegdheden niet marginaal. Het merkt ook op dat het decreet al in werking is getreden op 31 december 2024. En om de betrokkenen het recht op een effectieve beroepsmogelijkheid bij de bevoegde rechtbank te garanderen, oordeelt het Hof dat, voor besluiten genomen tussen 31 december 2024 en de publicatie van het arrest in het Belgisch Staatsblad, een nieuwe periode van 60 dagen moet worden opengesteld vanaf die publicatie voor het indienen van een mogelijk beroep bij de Raad van State.