Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief

Abonnement Magazine

2024, de democratie in zwaar weer

De Verenigde Staten, Brazilië, India, Iran, Mexico, Pakistan, Rusland, België … Of het nu gaat om presidentsverkiezingen, parlementsverkiezingen, regionale verkiezingen of gemeenteraadsverkiezingen, om vrije of vaste verkiezingen: de stembusgang die dit jaar plaatsvindt in 68 landen – de helft van de wereldbevolking – zal het internationale schaakbord grondig veranderen.

Op weg naar een wereldwijde achteruitgang

De wereld maakt de ergste “democratische recessie” door sinds 1975. In haar rapport The Global State of Democracy 2023 constateert de Zweedse internationale denktank IDEA dat de helft van de 173 onderzochte landen al voor het zesde jaar op rij kampt met een achteruitgang van de democratie. De bevindingen zijn gebaseerd op indicatoren als burgerlijke vrijheden en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, met andere woorden de vrijheid van meningsuiting en de rechtsstaat, twee fundamentele waarden van de moderne democratische systemen.

De formele kenmerken van de representatieve democratie brokkelen af en worden in twijfel getrokken. Ook in de zogenaamd stabiele systemen, zoals de Verenigde Staten, waar Donald Trump betwistte dat Joe Biden de presidentsverkiezingen van november 2020 had gewonnen. Twee maanden later bestormden Trump-aanhangers het Capitool in Washington, waarbij vijf doden vielen.

WASHINGTON, DC – JANUARY 6: Supporters of US President Donald Trump protest inside the US Capitol on January 6, 2021, in Washington, DC. – Demonstrators breeched security and entered the Capitol as Congress debated the 2020 presidential election Electoral Vote Certification. (Photo by Brent Stirton/Getty Images)

Dat een president in functie de resultaten van de stembusgang negeert, is een symptoom van de ernstige en wereldwijde ondermijning van het systeem – zeker omdat de Verenigde Staten tot nu toe de politieke instantie is die zich wereldwijd het meest heeft ingezet voor de verdediging van het democratische model. Voor veel waarnemers is 6 januari 2021 een keerpunt in de wereldgeschiedenis dat uiterst autoritaire opvattingen en nieuwe waardesystemen legitimeert.

Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan blijft het Europese continent de meest ‘performante’ regio ter wereld. Met weliswaar belangrijke kanttekeningen, gezien de opkomst van Europees extreemrechts. Het IDEA-rapport ziet een achteruitgang van de democratie in een aantal historisch stabiele landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Frankrijk en Nederland. Binnen de Europese Unie hebben Hongarije, Polen en Roemenië de slechtste staat van dienst op democratisch gebied.

Die interne erosie doet denken aan de vele episodes van spanning tussen religieuze identiteiten en gemeenschappen die zich de afgelopen jaren, soms op wrede wijze, hebben gemanifesteerd. Want heeft de wens tot afscheiding van Catalonië in 2017 geen institutionele crisis veroorzaakt met de vraag of je een referendum over zelfbeschikking kunt organiseren zonder het akkoord van de rest van de Spaanse bevolking?

Heeft de Europese Unie in haar huidige vorm een democratisch deficit? “Die vraag omvat een aantal factoren”, zegt Pascal Delwit, politicoloog aan de Université Libre de Bruxelles. “Een aantal prerogatieven van de lidstaten zijn overgeheveld naar de Europese Unie, met twee belangrijke gevolgen. Ten eerste zijn de controle en de prikkels op het overheidsbeleid zwakker geworden omdat Europa geen representatieve democratie is zoals op nationaal niveau. De Europese Commissie komt niet voort uit een parlementaire meerderheid; ze heeft exclusieve en gedeelde bevoegdheden.” We zitten dus in een ander register.

“Ten tweede: ondanks de formele representatieve democratie op staatsniveau, laten de regeringen, premiers en parlementariërs die processen en hun programma’s los zodra ze het publieke domein betreden. Ze komen onder druk te staan, vooral van lobby’s, waarop ze meer reageren dan op druk van burgers. Daardoor groeit het wantrouwen van het publiek ten opzichte van de politiek.”

Populisme en cordon sanitaire:een crisis van de democratie?

Gesteld dat er een deficit is, kunnen we dan zeggen dat onze democratieën in crisis verkeren? Het is verleidelijk om het zo te stellen, maar enige nuancering is op zijn plaats. “Ik geloof niet in een crisis van de democratie of in een soort inflatie van verschillende crises. Een crisis is een plotselinge, gewelddadige en dramatische gebeurtenis waar we geen controle over hebben”, zegt Anne-Emmanuelle Bourgaux, professor aan de rechtsfaculteit van de UMons-ULB.

“Ik geef een cursus in de geschiedenis van het recht. Je kunt me niet wijsmaken dat het in de 12de eeuw allemaal eenvoudiger was. Het westerse democratische model is nog altijd gebaseerd op de principes van de revoluties uit de 18de en 19de eeuw. Representatieve regeringen waren toen democratischer dan het oude regime maar functioneren vandaag de dag niet meer. Het model wordt in vraag gesteld omdat burgers meer eisen dan een stemming om de 4 of 5 jaar. Die democratische aspiraties zie je overal opkomen.”

Anne-Emmanuelle Bourgaux onderzoekt de verhoudingen tussen recht, democratie en federalisme. Ze wijst erop dat het algemeen stemrecht aan het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw er niet in een vacuüm kwam.
“Op dat moment hoopten ze dat de politieke emancipatie zou leiden tot een sociale emancipatie. Er is een verband tussen die twee. Het was een kwestie van sociaal overleven, een verlangen naar veel meer sociale gelijkheid.”

Het algemeen kiesrecht was dus een historische strijd die gewonnen moest worden, maar dat was niet genoeg. “De beloften van democratisering die een eeuw geleden werden geformuleerd, bleken uiteindelijk bijzonder onvolledig te zijn. De plaats van de burgers in de staat en de rechten die ze kunnen uitoefenen tussen twee verkiezingen in, werden volledig genegeerd. Ik denk dat daar de malaise vandaan komt.”

Bart Maddens, politicoloog en professor aan de KULeuven, heeft het meer voor een “Zwitserse” democratie met referenda, maar herinnert aan de bloedige episode van de Belgische Koningskwestie. De uitslag van een referendum over de terugkeer van Koning Leopold III
op de troon resulteerde op 12 maart 1950 in een sterk uiteenlopend resultaat tussen het noorden en het zuiden van het land. Het bracht België aan de rand van een burgeroorlog. “Een referendum is te riskant in België, vrezen de politieke elites.”

Het fundamentele probleem met de democratie in België is volgens hem het verschil in politieke dynamiek tussen Vlaanderen en Wallonië. “In een echte democratie is er een verband tussen de uitslag van de stemming en de vorming van de regering. Dat is in België niet het geval, en dat verklaart ook het wantrouwen van de bevolking tegenover de politieke klasse. In 2019 stemden de Vlamingen massaal op rechtse partijen en ze kregen een centrum- of zelfs centrumlinkse regering. In 2014 was het omgekeerde het geval, ten nadele van de Walen.”

“Een referendum is te riskant in België, vrezen de politieke elites.”

Dat wantrouwen vertaalt zich in de hernieuwde aantrekkingskracht van sterke leiders en de opkomst van extreme politieke krachten in de peilingen. Peilingen moet je altijd met een korrel zout nemen, maar toch: die van eind 2023 wijzen voor het eerst op een doorbraak van extreemlinks in Brussel. De peiling van begin maart 2024 wijst dan weer op een overweldigende meerderheid voor extreemrechts in alle federale kiesdistricten van Vlaanderen. In het noorden van het land zou een kwart van de kiezers die voor het eerst gaan stemmen voor het Vlaams Parlement, voor extreemrechts stemmen. “Mensen zijn daar vaak verbaasd over, maar het is niets nieuws”, zegt Pascal Delwit. “Al 25 jaar is er een niet te verwaarlozen segment van kiezers die voor het eerst gaan stemmen, in Vlaanderen of elders, die hebben aangekondigd op extreemrechts te zullen stemmen.”

Over het algemeen tonen studies aan dat het gedrag van jongeren sowieso afwijkt van de 25-59-jarigen, die het meest professioneel actief zijn. “Maar jongeren zijn tegenwoordig ook vertrouwd met de nieuwe communicatiemiddelen en kijken veel meer naar uiterlijkheden. Oppositiepartijen kunnen per definitie vrijer en begrijpelijker spreken dan een minister of parlementslid uit de meerderheid, die rekening moet houden met bepaalde beperkingen. En populistisch rechts heeft een zekere specificiteit, zowel in kledingstijl als in de manier waarop ze spreken.”

Populisme: het woord wordt veelvuldig gebruikt en iedereen heeft zijn eigen definitie. Er is geen manifest voor “populisme” en de interpretaties die de politieke klasse over het algemeen geeft, zijn vaak tegenstrijdig. Links ziet het volk over het algemeen als een homogene entiteit waar de elites niet naar luisteren. Rechts ziet het volk in termen van etnisch-culturele kenmerken.
De geschiedenis leert ons dat de wortels van het populisme aan het einde van de 19de eeuw democratisch waren in de Verenigde Staten en anti-tsaristisch in Rusland. In de 20ste eeuw lag het populisme aan de oorsprong van de grote sociale bewegingen die mobiliseerden tegen Latijns-Amerikaanse oligarchische systemen. De huidige bezorgdheid, van alle kanten en van alle politieke stromingen, kan worden verklaard door de algemene globalisering tijdens de voorbije dertig jaar (niet alleen economisch, maar ook politiek, sociaal en cultureel) die alle samenlevingen ingrijpend en met grote snelheid heeft veranderd.

Zou het etiket populisme meer kunnen zijn dan een indicator van een disfunctie? Zou het een kans kunnen zijn om terug te keren naar de fundamenten van de democratische waarden? Dat is alvast de stelling van de Franse essayiste en politicologe Chloé Morin, die vindt dat we populisme moeten zien als een kans om een politiek op te bouwen die de verdeeldheid overstijgt. Een bestuursvorm waarin zoveel mogelijk mensen zich vertegenwoordigd voelen en waarmee met de mensen rekening wordt gehouden.

“Het is goed mogelijk dat de oplossingen van de radicale partijen populistisch en onrealistisch zijn, maar eigenlijk kunnen we dat niet weten omdat ze nooit hebben meebestuurd. En als ze toch zouden besturen, zouden ze in elk geval de Europese richtlijnen moeten naleven”, vindt Bart Maddens. “Volgens de peilingen is Vlaams Belang de grootste partij in Vlaanderen, maar de kiezers die massaal op de partij stemmen, krijgen te horen dat ze nooit zal kunnen regeren. Dat is een bron van frustratie en wantrouwen. Het verklaart ook waarom een meerderheid van de Vlamingen tegen het cordon sanitaire is.”

Het principe van het cordon sanitaire, bedacht aan het begin van de jaren 1990 en later herwerkt, wil verhinderen dat extreemrechtse partijen in België aan de regeringen kunnen deelnemen. In het noorden van het land is het cordon sanitaire vooral politiek van aard, wat de aanwezigheid van het Vlaams Belang in de media verklaart. In het Franstalige deel van het land krijgen extreemrechtse politici geen spreektijd en geen zichtbaarheid in de media.

De twee uitersten van het politieke spectrum worden overigens niet gelijk behandeld. In Wallonië en Brussel is er geen formeel cordon sanitaire voor radicaal marxistisch links, belichaamd door de Partij van de Arbeid (PVDA/PTB). In Vlaanderen peilt de PVDA intussen hoger dan de Open Vld van huidig premier Alexander De Croo.

België geblokkeerd

Terwijl de helft van de wereld dit jaar naar de stembus gaat, met procedures en gevolgen afhankelijk van de aard van het politieke systeem, gaat bijna een miljoen van de elf miljoen Belgen voor het eerst naar de stembus voor de Europese, federale, gewestelijke en gemeenschapsverkiezingen op 9 juni, en voor de provinciale en gemeentelijke verkiezingen op 13 oktober. Maar ook dit jaar zal een groot deel van de kiezers niet komen opdagen. De stemplicht staat al sinds 1893 in de Belgische grondwet. Dat neemt niet weg dat het aantal niet-stemmers in de loop der jaren is toegenomen. De recordonthoudingen bij de verkiezingen van 2010, 2014 en 2019 wijzen volgens het Centre d’Etude de la Vie Politique van de ULB dat heel wat burgers zich afkeren van de politiek.

Er zijn veel redenen voor onthouding (sociaaleconomische omstandigheden, opleidingsniveau, beroeps- of gezondheidsredenen, gebrek aan informatie). Maar het stijgende aantal proteststemmen valt ook te verklaren door het wantrouwen tegenover de politieke klasse.
“In Wallonië zijn onthouding en ongeldig stemmen de eerste keuze van kiezers die zeer ontevreden zijn over de politiek. In Vlaanderen is het de tweede keuze na een stem op partijen die het huidige politieke systeem verwerpen (Vlaams Belang en N-VA).”

De onthoudingstrend begon in de jaren 1970 en ging twintig jaar later een versnelling hoger. Bij de laatste algemene verkiezingen in 2019 kwamen zo’n 900.000 kiezers niet opdagen. Daarbovenop waren er ook 430.000 blanco of ongeldige stemmen. Dat is 17% van het electoraat.

“We onderschatten de impact van de complexe stembusgang. Jongeren kunnen er zich niet mee vereenzelvigen”, zegt Anne-Emmanuelle Bourgaux. Ze vindt dat het land vastzit in een te complex institutioneel systeem. “Jongeren hebben er geen begrip voor dat een parlementslid, eenmaal verkozen, moet opgaan in de anonimiteit van de politieke partij. Dat mensen zich terugtrekken in hun eigen gemeenschap komt deels ook doordat België en zijn grondwettelijke waarden niet langer aantrekkelijk zijn. Een België in panne spreekt niet meer aan. Bijgevolg vinden mensen het moeilijk om zich ermee te identificeren en wenden ze zich tot een sterke leider.”

“Is onze democratie verzwakt door de particratie?”

Het systeem propageert sterke leiders”, zegt de professor in de rechten. “Maar parlementariërs zouden wat meer speelruimte moeten krijgen. In een staat die alsmaar onbestuurbaarder wordt (met twee jaar een regering in lopende zaken in 2010) en die weinig ruimte laat voor burgers, zijn het de politieke partijen die het voor het zeggen hebben.”

Is onze democratie verzwakt door de particratie? “Dat valt niet te ontkennen”, zegt Bart Maddens. “Er is geen evenwicht meer tussen de uitvoerende en wetgevende macht, parlementariërs volgen de oekazes van hun partijvoorzitter die alle machtsniveaus controleert. Een democratie waarin het parlement zijn rol niet vervult als wetgevende macht, verkozen door het volk, is er erg aan toe. Dat is een groot probleem.”

European Union flags at Berlaymont building of the European Commission in Brussels, Belgium

België in gevaar?

We moeten dus nadenken over de tussenpersonen die de politieke partijen vertegenwoordigen. “De partijvoorzitter belichaamt de partij”, benadrukt Pascal Delwit. “Hij of zij moet goed kunnen communiceren, in de media en in het definiëren van de koers. Maar daardoor moet de partij vaak inboeten op de collectieve werking en dynamiek. Over het algemeen zie je dat partijvoorzitters zich omringen met jaknikkers en mensen op afstand houden die vragen stellen of alternatieven voorstellen.”

Zijn er ook oplossingen? De optimisten pleiten voor “een hervorming van de burgermaatschappij”. “Met de burger als doel, want we moeten het spel openstellen voor burgers via een georganiseerde directe participatie in de wetgevende macht”, vindt Anne-Emmanuelle Bourgaux. “Maar ook als werkwijze. Partijvoorzitters samenbrengen in een kasteel zodat ze uit pure uitputting tot een akkoord komen is een gebrekkig proces dat gebrekkige wetgeving produceert.”

Moeten we dan de grondwet herzien? De procedure is complex, maar niet onmogelijk. “We hebben nog nooit zoveel manieren gehad om de situatie te kunnen hervormen. De federale regering moet akkoord gaan met een brede verklaring van herziening. Als de parlementariërs het alsmaar moeilijker hebben om beslissingen te nemen, moeten we teruggaan naar de basis.”

Volgens de pessimisten over de toekomst van een verenigd België, is het land gedoemd sinds de democratisering in 1893, toen de verdeeldheid tussen de gemeenschappen voor het eerst aan het licht kwam, stelt Bart Maddens. “De problemen waren al inherent aan de stichting van België zelf, bijna twee eeuwen geleden. Om die tegenstellingen te beheersen, werd de staat gefederaliseerd.”

Zijn we op weg naar een splitsing in België? “Ik denk het wel”, zegt hij. “Maar je moet het zien als een evolutie. De situatie is ook heel dubbelzinnig. De separatistische partijen krijgen bijna de helft van de stemmen in Vlaanderen, maar in de Vlaamse opinieruimte zijn degenen die het land willen splitsen, heel erg in de minderheid. Het minste wat we kunnen zeggen, is dat er een diep wantrouwen bestaat tegenover het Belgische politieke systeem. Een groot deel van de Vlamingen hebben het gevoel dat het land niet werkt en zoeken een oplossing in de autonomie van de regio’s, zonder dat ze noodzakelijkerwijs een zuivere scheiding willen.”

Toch is er ook een gevoel van verbondenheid, al is het maar emotioneel, rond bijvoorbeeld de monarchie en de Rode Duivels. “Dat is wat sociologen banaal nationalisme noemen”, zegt Bart Maddens. “Maar een echte patriot die gelooft in een sterke natie zal nooit stemmen op partijen die de vijanden zijn van de Belgische natie.”

Caroline Azad
Caroline Azad
Politicoloog van opleiding, journalist van roeping, de wereld begrijpen en de verhalen van mijn medemensen vertellen is een echte passie die ik al meer dan tien jaar beoefen. Naast een doctoraat gewijd aan het verzet van vrouwelijke voetballers in Iran, heb ik voor verschillende Franstalige Belgische media gewerkt.

Latest article